Monthly Archives: August 2022

Laatste dagen Hawaii

We hebben al zoveel gezien en gedaan met z’n vieren dat nu we met z’n tweetjes zijn het tempo even een stukje omlaag gaat. De laatste paar dagen staan vooral in het teken van lekker in de buurt blijven. Fietsen al gedaan, het zwemmen was het volgende onderdeel. Aangezien we allebei op dan wel in het water waren, hadden we iPhones thuis gelaten. En zelfs de GoPro leek niet echt fijn te combineren met SUPpen. Om acht uur ging de verhuur open, dus om vijf voor acht stonden wij in de rij om een SUP te huren. Eentje? Ja, meneer. Het water was redelijk kalm en helder, voor mij de eerste paar honderd meter een soort van snorkelen zonder snorkel, want wat een hoop vissen en koraal zag ik onder me. Maar al snel werd het a. te diep en b. veel zanderiger. Van de verhuur mochten we de SUP maar meenemen in de driehoek haven, hotel en vuurtoren, dus verder dan de halve Ironman boei kwamen we niet, maar door een kleine driehoek ervan te maken, kwamen we toch netjes binnen het uur SUP-huur aan een dikke 2 1/2 km zwemmen. Lekkere temperatuur, niet al te veel golven, dus prima zwemervaring. Maar dat kan ook anders… 

Qua strandjes en activiteiten even in het boekje gekeken wat er nog allemaal de moeite waard was. Met snorkel op pad naar het oude vliegveld, dat is in 1970 gesloten, maar ze hebben de landingsbaan gewoon laten liggen en zoals het boekje zegt: je mag taxiën zo lang als je wilt, overal mag je parkeren. Lift off niet bereikt, maar wel gewoon aan het eind geparkeerd. Van snorkelen kwam niet zo veel, want het water was zo woest, dat zwemmen werd afgeraden (en zelfs als het niet was afgeraden, hadden we het daar bij al die rotsen niet aangedurfd). Maar wat een spektakel om naar te kijken, die woeste golven. 

Op cultureel gebied was er nog 1 historic site die we nog niet gedaan hadden: Kaloko Honokōhau, daar waren vroeger de visvijvers van de koning. Door muurtjes te bouwen in het water, zorgden de Hawaiianen ervoor dat vissen bij hoog water erin konden zwemmen en dan bij laag water vast zaten. Lekker makkelijk vissen. Doordat het water dus in plassen erg beschut is, is het ook de ideale lokatie geworden voor (jonge) schildpadden. Vooral schildpadden tot een jaar of 20 vinden het een fijn plekje. En wat een hoop hebben we er (vanaf de kant) gezien. Als je een afgeronde steen zag die een beetje meedeinde in de branding, dan was het weer een schildpad, hoefde je alleen maar even te wachten tot er een kopje boven water kwam om een hap adem te nemen. Denk dat we er wel 20-25 gezien hebben op onze korte wandeling. 

Laatste avond gingen ook wij met z’n twee uit eten, al twee dagen van tevoren gereserveerd om zeker te weten dat we een plekje langs de balustrade hadden met zicht op de zonsondergang. En dat was weer genieten. Top eten bij Papa Kona Restaurant, voor mij een Poké inspired Hawaiian Ahi tower en voor Bart een lekker malse hamburger. Maar de sunset was toch echt het hoogtepunt van de avond, kon niet ophouden met foto’s nemen…

En toen was het al dag van vertrek, om 11 uur uitchecken, dus dat gaf genoeg tijd om nog 1 keer een zwemmetje in te plannen. Dat de branding hoger was dan we hier tot nu toe hadden gezien, was even een drempel om overheen te komen. Maar toen ik aankwam bij de zwemstart in de haven stonden er al zoveel zwemmers klaar dat ik het ook aandurfde. Als de golven niet breken bij de halve-mijl-boei, dan was het veilig, werd mij verteld. Dit keer weinig zicht, water was nog steeds turquoise blauw, maar wel ondoorzichtig nu en de ervaring was ook iets meer wasmachine dan de dag ervoor. Maar was goed te doen, al heb ik wel de afstand gehalveerd, je kunt ook overdrijven…

Na het uitchecken hadden we nog een uurtje of twee in Kona, met zulke mooie golven was dat geen straf: met een verse smoothie lekker op een rots in de schaduw van een boom wel een uur naar de golven zitten kijken. Daarna op ons gemakje naar het vliegveld, die 2 1/2 uur vantevoren zijn echt overdreven, maar toch ga je er altijd weer in mee, want ja, stel je voor… Gelukkig hebben ze sinds een aantal jaar ook een airconditioned wachtruimte bij gate 11, konden we de uurtjes wachttijd in iets meer comfort zitten. Nu in de tussenstop op LA even tijd om deze blog online te zetten voordat de reispret weer verder gaat. De vakantie was met recht eentje uit duizenden, dus de komende 13 uur gaan we vooral daar op focussen! 

Klein beetje Ironman

Kona is natuurlijk DE bekendste Ironman race ter wereld. Mijn ambitie noch mijn talent zijn groot genoeg voor een hele Ironman, dus laat Kona maar helemaal uit je hoofd, maar als je hier dan toch bent, dan kun je allicht een klein stukje meedoen, toch? Expres gewacht tot de kids naar huis waren, want zoiets vraagt toch al snel een halve dag. Wel goed voorbereid op reis: helm, schoenen, fietsbril, fietskleding, twee bidons en zelfs afgemeten sportvoeding in een ziploc in de koffer. Dat ik daar qua ruimte wat gewone kleding voor op moest offeren, was geen probleem: daarvoor heb je een wasmachine in het appartement. 

In het centrum van Kona waren we ook al bij de officiële Ironman store geweest. Daar kon je allerlei triathlon shirtjes kopen, ook die met de officiële Ironman branding, maar dat ging met toch net te ver, toch een soort van cheaten als je ‘m niet gedaan hebt. Maar een mooi fel fietsshirt met Kona erop, dat moest toch kunnen. 

Aangezien ik vroeg wilde vertrekken om de ergste hitte proberen voor te zijn, haalde ik donderdag einde middag mijn fiets op bij de verhuur. Echt supernetjes: een mooie Trek Domane SL6, welliswaar framemaat eentje groter, maar paste prima. Stuur een beetje te breed, zadel een beetje te hard, maar in ieder geval hadden ze er op mijn verzoek spd-pedalen opgezet. Prijs viel me ook nog mee, voor $70 dollar heb je een dag lang een mooie carbon fiets inclusief verzekering die je zonder borg zomaar meekrijgt, is toch maar mooi een $4000 fiets die ze je meegeven. 

Wekker om 5.45 om eerst rustig koffie en een bagel te eten, bidons op de fiets, horloge gps aan en gaan met die banaan. Eerste stuk nog Kona uitkomen, maar al snel zat ik op Queen Ka’ahumanu. Highway, het officiële fietsparcours. Het is dan wel een snelweg, maar de vluchtstrook heeft ook een fietsteken erop geschilderd en de auto’s zijn allemaal gewend dat er een heleboel Ironmen in training (en Ironman wannabees) fietsen en houden het goed in de gaten. Neemt niet weg dat grote pick-up trucks en vrachtwagens die met 100 km/u langszoeven even wennen zijn. 

Ik had met Bart afgesproken dat hij ongeveer 1h45 na mijn vertrek bij Waikoloa Starbucks zou zijn, als mijn voedingspost: met nieuwe inhoud voor mijn bidons, zonnebrand en uiteraard om wat koffie te drinken. Want tjonge wat is dat heet zo op het asfalt en tussen de zwarte lavavelden en wat heb je die bidon per uur echt hard nodig! 

Met mezelf afgesproken dat ik bij Waikoloa zou beslissen in hoeverre het verstandig zou zijn om nog verder te gaan of dat het beter zou zijn om terug te gaan naar Kona en alles bij elkaar opgeteld was het echt beter om het te laten bij twee keer 43km en niet eigenwijs door te willen fietsen naar Hawi.

Ongeveer een halve Ironman afstand is ook een mooie prestatie, want het is niet alleen de hitte of de zon, ook nog eens fikse wind en best heuvel-op-heuvel-af (al vielen de hoogtemeters me wat tegen versus hoe het voelde op de weg). Om half tien was ik weer bij de fietsverhuurder en stond Bart galant te wachten met de auto om me terug te rijden naar het appartement voor een verkoelende douche en nog maar even een driekwart liter water. 

Voor het geval je je afvraagt wat er van de rest van het parcours terecht komt: qua hardlopen heb ik me beperkt tot het een paar keer over de (denkbeeldige) finishlijn rennen (5k’s is meer mijn ding nu) en (een deel van) het echte zwemparcours gaan we morgen verkennen: Bart op de SUP en ik zwemmend ernaast. De mensenmassa’s denken we er maar bij…

Gehalveerd

Ons reisgezelschap heeft zich in tweeën gesplitst. Eniek begint haar nieuwe collegejaar al op maandag en die wilde geen dag missen, dus samen met Nino is zij vandaag al op het vliegtuig terug gestapt. Dat is een hele onderneming, want het zijn wel drie vluchten: Kona naar LA, LA naar Portland en dan Portland naar Amsterdam. Vliegveld wachtvermaak wordt nu dus even hun nieuwe hobby. Bart en ik hebben ze in Kona naar het vliegveld gebracht, gezorgd dat ze goed zijn ingecheckt en daarna zijn wij weer terug gereden. Alle vertrouwen in die twee dat ze het zelf gaan redden met terminals wisselen, bagage opnieuw inchecken en eventuele andere dingen die op hun pad gaan komen. 

Gisteren was dus de laatste dag met z’n vieren, dus Nino en Eniek mochten kiezen wat ze wilden doen op hun laatste dag: het strand! Even in het lijstje van mooiste stranden kijken en net onder Hapuna is nog een ander strand dat zeer hoge scores krijgt op zand en ook op snorkelen, bijna too good to be true dus. En dat bleek ook nog zo te zijn, want de parkeerplaats bij Mauna Lani beach bleek al vanaf half negen die ochtend vol te zijn en dus mochten wij er niet meer bij. Niet voor 1 gat te vangen, want dichtbij is ook Waikoloa Beach, iets minder hoge scores op zand en snorkelen, maar nog steeds een beremooi plekje. 

Lekker in de schaduw liggen lezen, af en toe wat wandelen of snorkelen, prima plek dus om de dag door te brengen. Lunch was op 5 minuten afstand te halen bij een grote supermarkt met Starbucks koffie om de hoek. Picknick lunch op het strand met iced vanilla latte en tuna sandwiches, de dag kon al niet meer stuk en al helemaal niet meer toen we even verderop tig schildpadden zagen. Twee lagen er zelfs op het land en de rest in het water. Geweldig gezicht om ze zo af en toe boven water te zien komen om lucht te happen en dan met een zwaai van hun voorpoot weer onder te zien duiken. 

‘s Avonds natuurlijk uit eten langs de boulevard: zicht op het water en de zonsondergang, hamburgers en een vers glaasje POG erbij. (POG staat voor passion fruit Orange Guava en is heel populair hier in Hawaii). En nu zijn Bart en ik nog een paar dagen met z’n twee hier om rustig even af te bouwen en daarna dezelfde reis te gaan ondernemen. Eens kijken wat we allemaal nog willen doen…

Hét beste snorkelplekje

Soms moet je ook gewoon toegeven dat alles wat erover geschreven wordt waar is: Kealakekua Bay is gewoon het beste snorkelplekje op het eiland. Het is niet meteen het makkelijkste plekje om te komen, want je kunt er op drie manieren komen: met een boot, een kayak of te voet. Lopend mag je eerst 2 mijl door de hitte omlaag en na het snorkelen nog eens 2 mijl weer omhoog, en echt makkelijk het water in en uit kom je ook niet… Boten en kayaks hebben allemaal toestemming nodig om er te mogen zijn en je mag niet ankeren of aanleggen, dus je moet blijven motoren of je kayak aan jezelf vastbinden tijdens het zwemmen. Goed, wij hebben gekozen voor de makkelijkste optie: met een boottocht meegaan. Wel gekozen voor de zeilcatamaran en niet voor zo’n stomme vierkante motorboot, iets minder massaal ook en een lekker lange tocht van 4 1/2 uur. 

‘s Ochtends stond er nog geen wind, dus we moesten alsnog motoren en toen er ‘s middags wel wind stond en we een stukje gingen zeilen, kwamen wij ook al snel tot de conclusie dat het zeil meer voor de sier is dan om echt serieus mee te zeilen, maar het ziet er wel een stuk charmanter uit. En aan boord lekker veel ruimte, genoeg schaduw, maar ook lekkere netten om voorop in de zon te zitten. De inwendige mens werd goed verzorgd: eerst een licht ontbijt met fruit en zoete broodjes, een bar met koffie, sapjes en frisdrank en na al het snorkelen een relaxte sandwich lunch met koekjes na. 

We maakten drie stops: eentje om de zeegrotten te bekijken (maar niet om te snorkelen), eentje om te snorkelen en de bodem geografie die door de verschillende lavastromen er ruw geribbeld uitkwam (het was daar iets te diep om echt de vissen van dichtbij te zien, wel goed om het duiken met snorkel te oefenen en ik heb een octopus gezien) en als uitsmijter drie kwartier snorkelen bij Captain Cook’s monument in Kealakekua Bay. Het woord Kealekekua betekent vrij vertaald “pad van de God” en is nog steeds een heilige plek voor de Hawaiianen, vandaar ook al die regeltjes over aanleggen. Dat het niet zo direct bereikbaar is, is ook fijn, want daardoor is het koraal hier nog beter bewaard gebleven, we kregen ook strikte instructies om niets aan te raken en voorzichtig te zijn met onze finnen. 

Met de Gopro weer wat beelden gemaakt, die zeggen toch meer dan alle woorden hierboven. Kunnen jullie ook nog meegenieten van de uitsmijter: dolfijnen! Kealakekua staat bekend om z’n vele dolfijnen in de ochtend, die rusten daar dan even uit voor ze weer verder zwemmen: adembenemend!

De andere kant van het eiland

De oostkant van het eiland was nog onverkend gebied, daar moest hoognodig verandering in gebracht worden. Het is zo’n 1 1/2 uur rijden naar Hilo, dus om de drukte, maar vooral de hitte wat te vermijden, wederom een wekker-dag en zaten we dus even na zes uur weer aan het ontbijt. De Hilo kant staat bekend om zijn watervallen en ik had ook gelezen dat die in de ochtendzon het mooist zijn, ook dat argument hielp, al moet ik eerlijk toegeven dat geen van de anderen ook maar enig woord van protest heeft laten horen op mijn ‘wekker om zes uur’ voorstel … of komt dat omdat ik het neerleg als mandaat? Als je het niet vraagt, kun je het antwoord zelf invullen, toch? 

Via Saddle Road en grotendeels dezelfde route als naar de sterrentocht reden we lekker snel naar Hilo. Net voor Hilo blijkbaar iets te langzaam gereageerd op de veranderende snelheidsborden, want we werden aangehouden door een allervriendelijkste agent. Op de vraag of we wisten waarom hij ons aanhield, antwoordde Bart heel eerlijk “my wife thinks we were speeding”, eerlijkheid helpt en met een vriendelijke waarschuwing mochten we weer verder. En de rest van de dag hebben we ons keurig gehouden aan elk snelheidsbord dat we maar zagen, zelfs de verminderde snelheid bij wegwerkzaamheden. 

In Hilo eerst koffie gehaald, niet zozeer omdat we de caffeïne nodig hadden, maar een (schoon) toilet was de verborgen agenda. En de koffie was ook zeker de 4.7 sterren van google waard. In Hilo de steen bewonderd die Kamehameha omgegooid heeft om zijn recht op koningsschap op te eisen, flinke kerel moet hij geweest zijn. Maar we kwamen voor de watervallen: vlak bij Hilo heb je de Rainbow Falls, de naam zegt het al, daar heb je meeste kans op watervallen. Direct daarnaast lagen de Boiling Pots, in lavasteen uitgesleten gangetje/gaten die vooral bij veel water lijken op kokend water met daar vlakbij de Pe’e Pe’e waterval, niet uit te spreken als peepee (die apostrof is een kleine pauze, bijna een soort trema). 

Op de terugweg naar Hilo uitgestapt bij de Kaumane grotten: twee grote lava tubes uit de vulkaanuitbarsting van 1880-1881 die nog steeds mooie stabiele grotten zijn. Als je echt wilt gaan spelonken kun je schijnbaar erg ver komen, Bart en Nino waren met de lamp van hun iPhone dapper genoeg om er echt helemaal in te lopen, Eniek en ik vonden een beetje erin ver genoeg. Nog steeds kun je de verschillende structuren van lava zien en de boomwortels die van bovenaf naar binnen komen. Kudo’s voor de dappere verkenners. 

Na Hilo volgden we de weg langs de kust naar boven toe, dan heb je niet alleen een schitterend mooie kustlijn aan je rechterkant, aan de linkerkant heb je supergroen oerwoud. De reisgids gaf een aantal tips – te veel tips voor 1 dag – voor mooie stops. Via een korte parallel 1-baansweg kwamen we bij Onomea Bay: een pad van ongeveer een kilometer naar beneden langs de kust, geweldige uitzichten en kleine strandjes waar je kon genieten van de rust, steentjes in het water kon gooien en natuurlijk ook een dammetje bouwen, drie ingenieurs – 1 echte en twee zelfaangewezen – konden zich uitleven.

Natuurlijk niet te missen waren de Akaka watervallen, een van de hoogste vrije-val watervallen van Hawaii met een mooi aangelegd park, via verharde paden en trappen een kleine kilometer door het oerwoud met niet alleen Akaka, maar ook de kleinere Kahuna waterval. 

De eeuwige vraag: wat zullen we eens eten gaf ons twee opties: er was een bakkertje in het dorp Honomu of er zou nog een café zitten bij Laupahoehoe – spreek uit Lauwpaahoihoi. Het boek heeft ons wel vaker op een vals spoor gezet, dus we dachten “het 1 sluit het ander niet uit” en kochten eerst wat fruitpasteitjes en koekjes bij de bakker voor als het café tegen zou vallen. Maar dat deed het niet, dus nu hadden we dubbel, koekjes kun je altijd bewaren en de fruitpasteitjes waren een lekkere avondmaaltijd, want met een late lunch hebben wij in ieder geval ‘s avonds geen trek meer in een hele avondmaaltijd. 

Maar zover was het nog niet, na de lunch in ieder geval nog twee stops op het program. De eerste het tsunami monument bij Laupahoehoe beach park. Op 1 april 1946 kwamen hier bij een enorme tsunami zo’n kleine 30 mensen om, veel kinderen, omdat op deze plek een school stond. Nu is het alleen nog maar een park en de huizen staan iets hoger op de heuvel. Ook zonder tsunami zijn de golven soms enorm en we hebben met z’n allen gefascineerd op de rotsen zitten kijken naar al dat watergeweld. Zoals Eniek mooi zei: hoe bijzonder is het dat alle drukte uit je hoofd verdwijnt door te kijken naar de onrust in dat woelige water. 

De laatste stop was Waipi’o Valley, al eerder over geblogd dat dit 1 van de locaties voor films is. Het weer was een beetje aan het betrekken, dus de foto’s doen absoluut geen recht aan de immense wijdsheid en schoonheid van de vallei. We hadden gehoopt naar beneden te kunnen rijden, volgens het boekje moest dat met een 4WD kunnen, hellingen van 25%, maar helaas stond er een bord dat de weg afgesloten was voor verkeer en voetgangers, met uitzondering van bestemmingsverkeer. Om die regel te overtreden ging ons een beetje te ver, dus omdraaien en de weg terug naar huis opzoeken. 

Door Waimea en langs de enorme Parker ranch terug naar Kona is ook nog 1 1/2 uur rijden, dus tegen half zes kwamen wij redelijk moe maar absoluut voldaan bij ons appartement aan. Avondeten was al verzorgd, dus restte mij alleen nog de schone taak om een snel wasje te draaien en deze blog in elkaar te zetten. Zo’n lange dag heeft ook een lange blog tot gevolg. Als je tot hier bent gekomen: super!