Monthly Archives: August 2020

Aquatilus-week

Zo aan het eind van onze (school)vakantie plakken we er nog een weekje weg-in-eigen-land in: een weekje varen in Friesland met de Aquatilus. Op zaterdag konden we Lars en Sofie aflossen en ook Bob en Magon nog even zien voor de laatste uitleg over de upgrades van de boot. Handig zo’n neef die HTS doet, want er zitten allemaal nieuwe knopjes op het dashboard en de electriciteit aan boord is vijf-sterren geworden. Al heel lang geleden dat we op de boot zijn geweest met z’n allen, maar oh wat heerlijk vertrouwd nog weer!

Vanuit Leeuwarden wilden we niet te lang op het kanaal varen, maar ook niet meteen heel ver varen, dus doken we via Warten de Alde Feanen in om lekker buiten uit te gaan liggen. Met de puzzeltochen heel vaak daar gevaren, maar toch zijn er ook wat dingen veranderd, zo is de nauwe Saiter iets minder nauw en hebben ze er een nieuw kunstwerk in gebouwd. Vond ik het eerst maar raar dat er een spreuk in het Engels op stond – Friezen zijn meestal iets meer gehecht aan hun eigen taal – bleek bij nader onderzoek dat dit monument staat op een plek waar een Engels vliegtuig is neergestort tijdens de tweede wereldoorlog. In de muur zitten 251 nestgaten voor zwaluwen, voor elk vliegtuig dat opsteeg vanuit Engeland op 4 september 1942 om in Bremen fabrieken te gaan bombarderen een. 12 gaten zijn dicht voor de vliegtuigen die niet terugkeerden, waarvan 1 dus neergestort was in Friesland.  In elk gat zit een een metalen capsule met een boodschap en dat buisje is weer gemaakt van omgesmolten metaal van het vliegtuig. Hoe mooi symbolisch allemaal. Kijk je toch met andere ogen naar.

De eerste nacht waren met met vier – logisch zou je denken – maar andere vier dan verwacht, want Stijn bleef een nachtje langer in Pijnacker en kwam op zondag met de trein naar Akkrum om zich bij Eniek, Nino, Bart en Aske te voegen. Een hele uitdaging met een ingelaste snelbus tussen Zwolle en Meppel en een reis die van deur tot boot bijna vier uur duurde, maar de eerste lunch aan boord met ABENS was een feit. Met vijf moet je ook iedere avond wat meer werk verrichten, want de eettafel moet dan worden omgebouwd tot bed en de overige vier slaapplekken kunnen gewoon blijven liggen. Qua weer hebben we net even wat meer pech, want het is bijna de eerste koude, regenachtige week met Hollands weer sinds begin april, maar…dat drukt de pret absoluut niet en met een motorboot kun je in ieder geval lekker warm en droog binnen zitten tijdens het varen! En tussen de buien door heb je heerlijk zicht op mooie Hollandse luchten.

Ook de tweede nacht blijven we lekker buiten uit liggen bij het Tjeukemeer, op Eniek’s vakantie-wenslijst stond namelijk ook overnachten in een tent en daar heb je een stukje gras voor nodig. Veel meer dan 100meter gras was er verder ook niet, dus hardlopen en fietsen kon ik op mijn buik schrijven, maar gelukkig had ik ‘s ochtends al een stukje gezwommen. Ook het rubberbootje konden we even uitproberen, maar van de plannen om in het snelvaargebied op het Tjeukemeer te gaan varen, kwam niet heel veel, want je werd wel heel erg nat en koud op het meer met de golven en de wind.

Voor de derde nacht was de enige wens dat er een douche moest zijn, want hoe charmant het ook is om je haren te wassen in de afwasteil met warm water uit de fluitketel, er gaat toch niets boven een lekker warme douche. Dus koers naar Lemmer, waar we al even gezien hadden dat de jachthaven de enige optie was, omdat door Covid, de andere douches aan de kade in het dorp waren afgesloten. Lemmer kennen we heel goed, maar meer omdat het vanuit de zeilvakanties echt een mooie stop is. Op het rondje wandelen hebben we zo onze vertrouwde adresjes voor oranjekoek, duumkes en suikerbrood en ook onze favoriete pizzeria had nog wel een plekje voor vijf. De IJswinkel was helaas afgebrand en nog niet open, maar de concurrent die we nu dus uitprobeerden had ook erg lekker ijs.

Frisgedoucht zetten we vanuit Lemmer koers richting Heeg, idee was om weer een dagje buitenuit te gaan liggen, een aantal opties op de kaart al uitgezocht, maar eerst even verkennen, want de storm die voor de nacht was voorspeld wilden we natuurlijk graag in wat beschutting kunnen uitliggen. De eerste twee beweegbare bruggen die we tegenkwamen hadden weer lekker ouderwets een klompje om het bruggeld in te doen, veel van de bruggen zijn tegenwoordig automatisch bediend en dus geen bruggeld meer. Dat heeft ook z’n voordeel, want als echte Hollanders klagen we natuurlijk wel graag over de 3 Euro die we er dan in moeten doen. Na Sloten kwamen we door Woudsend en daar legden we even aan om te gaan lunchen, varend kan ook, maar liggend is wel zo lekker rustig en we hebben de tijd aan onszelf.

Op de Fluessen bij Heeg gingen we eerste de eilandjes verkennen, als dat een beetje een mooi plekje zou zijn, dan bleven we daar liggen. Het grote eiland – het Konijneneiland – had een prima plekje, lekker in de luwte van een grote groep bomen tegen de wind, het voordeel dat dit eiland al in de jaren ’70 is neergelegd, de bomen hebben bijna 50 jaar de tijd gehad om te groeien en het eiland is groot genoeg om dik 3km te kunnen wandelen als je het hele rondje maakt. Met twee extra landvasten als spring moeten we hier de storm wel goed door kunnen komen. 

Op het kaartje hieronder even de route die we tot nu toe hebben afgelegd, de blauwe “pins” zijn steeds een stop: start in Leeuwarden, overnachten in de Alde Feanen, Stijn ophalen in Akkrum, overnachten bij Tjeukemeer, Lemmer en nu midden op de Fluessen.