Category Archives: Uncategorized

Storm op zee

Dat Belfast een stormachtig verleden had, wisten we wel, maar dat die stormen ons dan ook gingen volgen als we de haven uit gingen, dat hadden we niet zien aankomen. De kapitein waarschijnlijk wel en als het echt niet had gekund, dan was hij vast niet gaan varen was onze redenatie. Tijdens het eten voelden we de boot al flink heen en weer gaan en vanaf ons balkon hadden we een mooi zicht op hoge golven. Van het personeel hoorden we dat het nog heftiger ging worden, dus na een tip van Bart toch ook op Windy.com gekeken. Niet alleen zagen we dat we nu al 41 knopen wind hadden, maar we zagen ook het stormfront waar we recht op af voeren. Voor de niet zeilers, windkracht 6 begint bij 22 knopen, dus 41 knopen was genoeg wind om ons tijdens de zeilvakantie te doen besluiten om een dagje te blijven liggen, maar met een vast cruiseschema gaat dat minder makkelijk en dit schip kon het ook prima aan (achteraf makkelijk gezegd), maar wel een beetje ironisch dat we zo’n “rocky ride” hadden de dag na het Titanic museum. 

Op zich sliep het wel lekker, zo’n wiegend bed, maar rond 2 uur voelde je jezelf gewoon een stuk omlaag vallen af en toe en voelde het zo heftig dat we allebei klaar wakker waren. Het gordijn open gedaan om het spektakel te bekijken op zee, ondanks dat het donker was, konden we goed zien dat de golven enorm hoog waren en het witte schuim dat normaal wel een beetje rondom het schip blijft, ging nu echt tientallen, zo niet honderd meters bij het schip vandaan. Eigenlijk supergaaf! Ik wilde boven in het restaurant een kopje thee gaan halen, dat zou de hele nacht open zijn volgens de app. De wandeling daarheen was een avontuur, goed vasthouden aan leuningen en muren. Boven was het personeel doodleuk alles aan het schoonmaken en klaarmaken voor de volgende dag. Er was geen thee, helaas, alles was afgesloten (uit voorzorg?). Nou ja, dan maar weer terug naar bed en verder slapen. 

Toen het licht werd, werd ik weer wakker en was de storm al iets gaan liggen, maar nog steeds een dikke windkracht 7-8 volgens windy. Van het personeel hoorde ik later dat we door een orkaan waren gevaren met windsnelheden van 80 mijl per uur (ze doen in Amerika niet aan Beaurfort, maar is 11+) en golven van 25-30 voet. En blijkbaar heeft ons schip een speciaal ontworpen boeg/romp die maakt dat het schip beter door de golven kan ‘snijden’ en waren we daarom zo relatief rustig door de storm gevaren. Allemaal informatie die prettig achteraf is, anders hadden we misschien iets minder rustig geslapen. Anyway, ik wilde wel even kijken hoe het schip door de storm was gekomen en ging een rondje bovenop het dek doen. Hoe het water in het zwembad tekeer ging, was geweldig, bijna jammer dat het nog niet open was om het ook daadwerkelijk te voelen. Er was toch wel wat schade een een muurtje, de zeilen en een plant, de foto’s heb ik ook doorgegeven aan de concierge, scheelt hen ook weer een rondje inspectie en na het ontbijt was het ook allemaal netjes opgeruimd (maar nog niet gerepareerd). 

Genoeg over de storm, het was een avontuur om mee te maken en ook de rest van de cruise zullen we nog veel wind hebben, maar een orkaan zit er niet meer in gelukkig. Na een lekker uitgebreid ontbijt gingen we vanaf ons balkon genieten van het zicht op de Ierse kust en zagen we de haven van Cobh in zicht komen; met alle gekleurde huisjes een vrolijk gezicht. Het heet dan wel dat we stoppen in Cork, maar net als in Glasgow ligt de haven toch een dik half uur buiten de stad, dit keer in het stadje Cobh. Dit was ook de laatste haven die de Titanic aandeed voordat ze richting Amerika gingen en het hele stadje ademt Titanic uit.

Dat is natuurlijk niet het enige wapenfeit, want Cobh speelde een belangrijke rol bij de emigratie vanuit Europa naar Amerika, honderdduizenden mensen vertrokken naar het nieuwe land vanaf deze haven. Er staat ook een beeld van Annie Moore, het 15-jarige meisje dat als eerste in Ellis Island werd geregistreerd en dus vanuit Cobh was vertrokken. 

Geen excursie geboekt voor deze laatste stop, vijf keer de bus in vonden we wel genoeg. Ik heb in mijn eentje een lange wandeling door Cobh gemaakt, helemaal naar de Titanic memorial garden. Zoals de gids uit Belfast al zei, stonden op dit monument alleen de namen van de passagiers die vanuit Cobh kwamen. Leuker waren alle verhalen die op de borden eromheen stonden, zoals van de priester die uit Frankrijk kwam en veel foto’s had gemaakt op de overtocht van Frankrijk naar Cobh, maar aan het balen was dat hij van de bischop niet mee mocht naar New York, dat balen duurde maar 1 dag. En blijkbaar was er toen ook al fake news, want verschillende kranten hadden toch een fout verhaal over de ramp, zo rapporteerde een Franse krant dat iedereen wonderbaarlijk gered was en weer een andere krant dat alle passagiers waren omgekomen. De waarheid lag ergens op 2/3 natuurlijk. Toendertijd hadden ze in ieder geval het excuus dat nieuws niet al te snel doorkwam. 

Een relaxte middag is ook niet verkeerd, dus de rest van de dag bestond uit rustig een lichte lunch in het wellness cafe op dek 14, een klein uurtje zwemmen en een yoga les van Kyle. Laatste havenstop is blijkbaar traditioneel chique avond, dus we trokken allebei ons speciaal daarvoor meegenomen kleurrijke net aan voor het diner in Normandie en de show in het theater van de vrouwelijke illusioniste Josephine Lee. Die vertelde dat ze jarenlang had gewerkt als assistente van Hans Klok tot ze bij Britain’s got Talent solo doorbrak. 

Nu is onze cruise reis toch echt bijna voorbij, nog 1 dag op zee. Het is best nog wel een eindje varen vanaf Cork, als je op de kaart kijkt, moet je eerst om Engeland heen en dan langs de Franse en Belgische kust richting Hoek van Holland. Ik denk niet dat ik daar weer op het dek ga staan om te filmen, want we zullen al om 6 uur aanmeren bij Hotel New York (ok, de cruise terminal op de Wilhelminapier) en bij Hoek van Holland is het dus nog gewoon donker. Maar we hebben voor morgen nog voldoende leuke activiteiten aan boord op het programma staan om tot de laatste minuut alles uit deze cruise te persen dat erin zit. 

Béal Feirste

Eén na laatste stop al weer, en een korte dit keer, al voor 6 uur ‘s ochtends lagen we aan de wal in Belfast, op wat vibratie in het schip kregen we daar dus niets van mee. De wekker stond wel al vroeg, want om 7.30 vertrok onze excursie naar Belfast en het Titanic museum. In plaats van een volledig ontbijt, nam ik m’n moeder mee naar “mijn” koffiebar en met 2 croissantjes en een kop koffie in onze magen konden we er weer tegenaan.

Ierland begroette ons met typisch Iers weer: grijs en motregen. Om met de gids van gisteren te spreken, we beschouwen regen maar gewoon als future Whiskey. De rest van de reis hebben we echt mazzel gehad met het weer, dus op de dag dat wij een binnenactiviteit hebben gekozen, is het ook niet zo erg om wat regen te krijgen. Het Ierse accent van de gids was prima te volgen en ze vertelde veel over de stad. We draaiden de volgorde van rondrit en museum om, want we waren zo vroeg dat het museum nog niet eens op en was. Belfast was echt een grote verrassing: wat een mooie stad! Zo veel oude gebouwen en de stad was zo schoon ook. Qua architectuur en gebouwen doet Belfast niet onder voor London of Parijs en nu de IRA niet meer actief is, blijft alles ook beter in stand. Al reden we wel langs Hotel Europe, dat de twijfelachtige eer heeft om bekend te staan als meest gebombardeerde hotel ter wereld. 

Het verkeer was erg rustig, dus bij de universiteitscampus maakte de bus even een illegale stop, zodat we uit de bus konden stappen om foto’s te nemen. Dat levert toch mooiere plaatjes op dan vanuit de bus. De tweede stop maakten we bij het drukste toeristische punt van de stad, het stadhuis, ook al licht illegaal, dus we hadden exact 10 minuten om wat foto’s te nemen. Van het standbeeld van Queen Victoria met aan weerszijden een jongen en een meisje die de scheepsbouw- en linnenindustrie uitbeeldden en achter het standbeeld nog een verborgen kind, dat symbool stond voor het belang dat de koningin en de stad hechtten aan goed onderwijs voor de jeugd. Ook nu is Belfast een stad met twee universiteiten, dus dat is ook nu nog zo. De linnenindustrie is wel helemaal weg en de scheepsvaart is een stuk minder. In de hoogtij dagen was Belfast (net als Glasgow trouwens) één van de belangrijkste scheepsbouwsteden van Europa. Nu is de beroemde werd H&W nog steeds actief en de kranen van het bedrijf zijn nog steeds beeldbepalend voor de stad.

 

Harland & Wolff is het bedrijf dat begin 20e eeuw de Titanic heeft gebouwd en het had toen en heeft nu nog steeds het grootste droogdok van Europa. Ze hebben net weer een groot contract binnengehaald voor de Britse marine, dus heel Belfast is opgelucht dat het bedrijf het in ieder geval nog een paar jaar vol gaat houden. Mooie transitie naar het Titanic museum, want dat was natuurlijk het hoogtepunt van het bezoek. 

Het museum werd geopend in 2012, net op tijd voor het 100-jarig “jubileum” van de Titanic. Het trekt jaarlijks zo’n 700.000 bezoekers en heeft internationale prijzen gewonnen voor z’n interactieve tentoonstelling. Wij krijgen 2 1/2 uur de tijd om het museum op eigen houtje met een audiotoer te verkennen. Ik zal niet alle details beschrijven, maar kan wel zeggen dat zowel museum en zeker de stad erg de moeite waard zijn om te bekijken. Het museum neemt je mee op een totale reconstructie van het Titanic verhaal: hoe de White Star Company als een van de eerste transportbedrijven zich focuste op comfortabele scheepsreizen. Hoe een concurrentieslag met Cunard leidde tot het bouwen van steeds grotere en luxere schepen. Eigenlijk hebben zij het cruisen uitgevonden, want als je zag hoe luxe de Titanic was, dat is zeker vergelijkbaar met Celebrity of Royal Caribbean schepen: ze hadden als eerste ‘running water and flushing toilets’ aan boord voor alle 3 de reisklassen en ik heb zelfs foto’s gezien van de fitness ruimte aan boord. Cunard en White Star gingen al in 1950 samen en sinds 2005 zijn ze opgegaan in Carnival Cruises, dus ook nu nog leeft de Titanic nog een beetje voort in het moderne cruisen.  

Het verhaal van de eerste reis van de Titanic in april 1912 en de onfortuinlijke ontmoeting met een ijsberg is algemeen bekend. In het museum veel verhalen van passagiers die het wel en niet overleefden en alle statistieken. De 1e klas passagiers overleefden het in veel grotere aantallen dan de 2e en 3e klas, maar dat kwam ook vooral omdat die dichter bij de reddingsboten zaten. Vrouwen overleefden het weer meer dan mannen (75% versus 20%). Na de ramp ook veel aandacht voor de nieuwe wettelijke veiligheidsmaatregelen die getroffen werden. Zo werd de Titanic al geroemd omdat het meer reddingsboten had dan wettelijk verplicht, maar nog steeds niet genoeg voor alle passagiers. Na de ramp werd het verplicht om voor elke passagier een plek op een reddingsboot te hebben. 

Ook werd uitgelegd dat de ramp eigenlijk kwam door een samenloop van omstandigheden: de verrekijker om te speuren naar ijsbergen was ‘zoek’ geraakt bij de eerste tussenstop in Frankrijk, het was bewolkt met nieuwe maan, dus het contrast tussen zeewater en ijsbergen was te klein om met het blote oog echt van ver te kunnen zien en natuurlijk de menselijke factor om een snelheidsrecord voor de overtocht te willen neerzetten, zodat de route te noordelijk lag met ijsberg-risico van dien en de te hoge snelheid voor de weersomstandigheden. De rest is history zoals ze zeggen. De zoektocht naar het wrak van de Titanic was het laatste deel van de tentoonstellen en een grote video speelde op de vloer, zodat het net leek of je er zelf boven zweefde om te kijken. 

Terug aan boord ging de loopplank al vroeg weer omhoog om ons richting Cork en de Republiek Ierland te vervoeren voor de laatste stop van de reis. Morgen weer een blog dus. 

Outlander landschappen

Bij het opstaan konden we Schotland al zien liggen, het was toch verder varen dan ik had gedacht, want we zouden pas om 11 uur aan de wal liggen. Ook wel logisch, want Glasgow is natuurlijk in het zuiden van Schotland. Daarnaast moet je ook nog een stuk meer richting binnenland varen over de Clyde. De pilot kwam ook al vroeg aan boord om ons naar Greenock te begeleiden. Ja, ze zeggen wel dat het Glasgow is, maar de haven ligt gewoon 27 mijl ten zuidwesten van Glasgow, een beetje zoals je Schiphol Amsterdam airport noemt. 

Het aanleggen was weer een mooi stukje stuurmanskunst en gezien het mooie weer hebben we het hele proces van bovenaf bekeken. Konden we meteen ook het balkon op dek 14 uitproberen. Ik vind achteruit inparkeren met een auto al een crime, dus knappe stuurman die dat met een boot van 130 duizend ton aan een ‘kleine’ steiger weet te doen. En omdat de wal nogal ver weg ligt van de boot versus de steiger kwamen er ook twee oranje KNRM-achtige bootjes aan te pas om de trossen naar het land te begeleiden. Voor niet-bootliefhebbers zal mijn fascinatie met dit hele proces misschien wat vreemd lijken, maar ik kan er geen genoeg van krijgen. 

Onze excursie zou pas om kwart over 1 ‘s middags vertrekken, dus wij hadden nog voldoende tijd om gezellig te lunchen voordat we ons naar de bussen moesten begeven. We hadden een leuke gids die van geschiedenis en muziek hield en zijn Engels had net genoeg Schots accent om charmant te zijn, maar gelukkig niet zoveel dat het niet meer te verstaan was. Onze toch heette Lochs van Schotland en we reden in de bus naar de grootste (en kleinste) lochs in de omgeving: de bonnie banks of Loch Lomond was onze eerste stop en het liedje dat daarbij hoorde, speelde de gids dan ook graag in de bus al: het verhaal van een soldaat die na de Schotse opstand van 1745 in Engeland was geëxecuteerd en wier geest nu dus terug verlangde naar Loch Lomond. 

De huisjes hier zijn superschattig, veelal nog authentiek en heel oud. In Luss gingen we even uit de bus om niet alleen het Loch te bekijken, maar ook het dorpje dat blijkbaar toneel was van een populaire Engelse serie een aantal jaren terug en sindsdien duizenden toeristen per dag trekt. Het kerkje had nog een echt Viking graf uit de 9e eeuw en ook de graven uit de 18e eeuw waren nog goed te lezen. 

Na Loch Lomond reden we ook nog langs Loch Long, Loch Eck en Holy Loch, die laatste deed me een beetje denken aan het verhaal van vrouwtje van Stavoren, in de zin dat ook daar de lading van een schip was vergaan en dat daar de naam van het Loch vandaan kwam. Blijkbaar hadden Schotse kruisvaarders het idee opgevat om zand uit het heilige land te halen als fundering van de nieuwe kerk, maar ja, dat zand lag dus op de bodem van het Loch. 

De gids vertelde ons veel over het landschap en de 18e eeuw, maar ja, als je alle boeken van Diana Gabaldon hebt gelezen, dan zijn er niet veel feitjes over de Scottish rebellion die je nog niet weet. Wel super om nu door het landschap te rijden dat in de boeken wordt beschreven, ik voelde me nog net niet Claire toen die met Frank voor het eerst door Schotland reed. Op ons noordelijkste punt van de tocht waren we al echt aan het begin van de highlands (Glasgow ligt nog in de lowlands van Schotland), met mooie hoge Munroes om ons heen. Blijkbaar zijn er 282 Munroes in Schotland, een Munroe is een berg die hoger is dan 3000 voet en de nationale hobby is om er zoveel mogelijk te beklimmen. Wij kwamen niet verder dan er eentje oprijden met de bus tot het beroemde punt “rest and be thankful”, want ja, als je met je kudde schapen of handelswaar deze heuvel had beklommen, mocht je wel even uitrusten en dankbaar zijn dat je vanaf daar alleen nog maar naar beneden hoefde. 

Het einde van de tour was een ferry ride over Holy Loch en de Clyde naar de overkant, vlak onder Greenock. Nog een kleine ronde door het stadje zelf om de stad van James Watt en dus eigenlijk de grondlegger van de industriële revolutie te zien met al zijn oude pakhuizen en geschiedenis van scheepsbouwende stad (nu nog maar 1 werkende scheepswerf in de stad). Precies op tijd voor het avondeten zette de bus ons weer af bij het schip. Helaas geen tijd om echt noordelijk naar Inverness of Culloden te rijden, haha, maar Schotland is net zo mooi als IJsland, dus moet op het lijstje van plekken om nog een keer verder te verkennen. 

‘s Avonds nog naar een show van de Rock-violist Katei, leuk om de bekende popnummers te horen met de viool als zangstem, en de energie die deze man in de muziek stopte was ook indrukwekkend, om plaatsvervangend vermoeid van te worden.

 

Nog een dag op zee

Van IJsland naar Schotland doe je niet in 1 dag, dus woensdag was weer een dag op zee. Geen straf, want op zo’n dag heb je zo mogelijk nog meer te doen dan als je aan de wal ligt. Het zijn alleen iets minder spectaculaire dingen om over te bloggen. Om toch een inkijkje in het leven op een cruiseschip te geven, kort verslag van dag op zee. 

Uiteraard begin ik de dag in het café al Bacio met m’n cappuccino en potje thee gebracht door Tessa. Als ik om half zes mijn plekje aan het raam inneem is het superrustig, heerlijk om heel de vierde verdieping van het schip voor mezelf alleen te hebben. Als ik om acht uur dan naar boven ga met een kopje thee voor m’n moeder is er al meer bedrijvigheid en staan ze met zes man een nog grotere stroom aan koffie te maken dan bij menig Starbucks. 

Na het ontbijt met uitzicht op zee op dek 14 doen we een poging om eindelijk de Sudoku van de dag te halen om 10 uur op het Grand Plaza, maar we zijn erg verontwaardigd als het gewoon een kruiswoordpuzzel blijkt te zijn. We blijven niet voor de trivia quiz die daarna komt, maar gaan naar de pasport controle, want omdat we naar de UK gaan bij onze volgende stop moeten alle paspoorten gecontroleerd worden. Alle EU bewoners mogen na een visuele inspectie gewoon doorlopen, non-EU moeten nog door een tweede stap. Als we langs de lange rij doorlopen zien we goed hoe weinig EU-inwoners er eigenlijk aan boord zijn. Toch maar eens kijken of we het percentage kunnen lospeuteren bij de klantenservice. Daar boeken we ook meteen ons “slot” om van boord te gaan op de laatste dag. Ook dat is natuurlijk een hele logistieke operatie, want al die koffers moeten van boord en 3000 mensen tegelijk laten uitstappen zou een (nog grotere?) file veroorzaken. Maar goed, we hebben nog 4 hele dagen aan boord voordat we ons daarover druk moeten maken. 

Voor de lunch gaat m’n moeder haar eigen sudokus op onze kamer doen en doe ik een lekker lange zwemtraining in het 25 meter bad aan boord, koud water is even doorbijten (al valt het mee als ik het een uur in het water uit kan houden), maar het voordeel is wel dat ik het zwembad eigenlijk voor mezelf alleen heb. Heel grappig om te zwemmen in een zwembad en toch een soort van branding te voelen, door het schommelen van de boot kabbelt ook het water van het zwembad heen en weer. Wel raar dat die golfjes nu dwars op de zwemrichting staan, dus beetje of je in een hele rustige zee zwemt. 

‘s Middags doen we een paar typische cruise-activiteiten: we kijken bij de kunstveiling aan boord (niet mooi en ik ga geen 12 duizend dollar neerleggen), we sluiten aan bij de workshop kleuren voor volwassenen met dezelfde dame die ook de boekenlegger-workshop begeleidde en ik ga alleen naar een lezing over Belfast, Glasgow en Cork door dezelfde docent als de vorige lezing over IJsland. M’n moeder had goed ingeschat dat het wederom slaapverwekkend saai zou zijn, maar het positieve is dat ik in ieder geval weet dat twee van deze steden door een monnik zijn gesticht ergens in een eeuw die nog met 1 cijfer begint, dat ik wat foto’s al gezien heb en dat ik weer heb kunnen kletsen met wat aardige Amerikanen. 

Om 4 uur is weer een spinles met FC, die veel meer ritme gevoel heeft dan Kyle en een heel lekkere les wist te geven. Als de muziek goed is en de oefeningen leuk, dan vliegt zo’n uurtje op de fiets voorbij en geeft het meer energie dan het kost. Maar het maakt wel dat je meer ruimte hebt voor het avondeten, dat we weer bij Normandy – het Frans geinspireerde restaurant – nuttigen. De allerlekkerste bouillabaisse gegeten, bofte ik even dat ze er ook st. jacobsschelpen en octopus in hadden gedaan naast nog een andere schelpdieren en vis natuurlijk. 

Na het avondeten gaan we alvast in de rij staan voor het kleine theater voor de variété show, we drinken ons kopje koffie wel in het theater en zitten nu in ieder geval op rij 2. Het thema is circus en met zang, dans en acrobaten maken ze er weer een wervelende show van. Ik denk met hetzelfde gezelschap als de show van gisteren, want ik herken in ieder geval de stem van de lead zangeres, die is echt super. En de bochten waar sommige danseressen zich in weten te wringen zouden een slangenmens niet misstaan. De sterke mannen zijn nog wel het knapst, wat die kleinste balancerend bovenop het hoofd van de sterke grote boomstam eronder aan yoga posities weet vast te houden getuigt van meer balans en kracht dan ik ooit gezien heb. Na dit zeer luide spektakel hebben onze oren wel wat rust nodig, dus we sluiten de dag af met nog een kopje thee en uitzicht op zee. Morgen weer land in zicht. 

Reykjavik

Vandaag een halve dag nog aan de wal en dan zetten we al weer koers richting het Verenigd Koninkrijk. Qua excursie de wat kortere keuze gekozen: een bustoer langs de bezienswaardigheden van Reykjavik. Maar eerst natuurlijk begin ik de dag weer in de koffiebar op dek 4. Daar kent de crew me inmiddels al, begroeten me al bij naam en vragen of ik mijn “usual” wil, dan hoef ik alleen maar een leuk plekje aan het raam uit te zoeken en worden mijn havermelk cappuccino en potje groene thee (zonder koekje, want die eet ik meestal niet zo vlak voor het ontbijt) gebracht. Iedere ochtend dus dezelfde crew en ik heb bewondering voor Tessa die niet alleen altijd aardig is met een glimlach, maar ook nog eens alle namen en bestellingen onthoudt! 

We ontbijten niet te laat, allebei chique met eggs Benedict met zalm, voor mij aangevuld met wat appel cider havermout. We boffen nog steeds met het weer, want het is droog en 15C, dus niet al te koud, maar wat een mazzel hadden we dan gisteren met die mooie blauwe lucht en vergezichten, best uitzonderlijk dus. Vandaag vooral wat cultuur en geschiedenis. Zo leren we dat Reykjavik ‘smokey bay’ betekent. Toen rond 870 de Noorse hoofdman Ingólfur Arnason hier als eerste aankwam zag hij voor het eerst de rook uit de grond komen en gaf het deze naam, het was voor het eerst dat deze Europeanen vulkanische activiteit zagen. Ingólfur was van huis gegaan met de intentie om echt te emigreren en had vanuit zijn huis de  houten totempalen meegenomen die van een huis jouw huis maken en de legende zegt dat hij die overboord gooide in de baai om aan te geven dat de palen zouden beslissen waar hij zich zou vestigen. Na drie jaar zoeken door zijn slaven (ja, die hadden de Noormannen ook) vonden ze de palen op de huidige locatie van Reykjavik. 

Reykjavik is nu de grootste stad van het eiland, sterker nog meer dan 65% van de hele bevolking woont in en om Reykjavik. Maar als je de geschiedenis hoort, dan pas ontdek je dat IJsland altijd een land van kleine dorpen was. Tot begin 1900 werd de bevolking van Reykjavik geteld in honderden max een paar duizend inwoners. Ook hier hadden ze de grote zwarte dood epidemie die de bevolking halveerde en een hongersnood inluidde verergerd door vulkaanuitbarstingen. Zo erg dat de Deense koning er serieus over dacht om het land volledig te evacueren omdat het niet bewoonbaar zou zijn. Gelukkig niet gebeurd. 

Anyway, genoeg geschiedenis, terug naar de tour door de stad van nu, het was vooral rondrijden en luisteren naar de gids, super interessant al die verhalen, maar ik had graag ook uitgestapt bij de grote kerk Hallgrímskirkja, de gezichtsbepalende kathedraal van Reykjavik (foto’s genomen vanuit de bus doen geen recht, dus dan maar eentje van google image gejat – rechts).

Daar had ik graag de rit door de universiteitswijken, de haven en zelfs de stop bij de Perlan en het huis van de huidige president (foto links) voor overgeslagen. Ach, die bewaren we dan voor de volgende keer. Wel leuk om te horen hoe trots de IJslanders zijn op hun geschiedenis, want natuurlijk moest nog wel verteld worden dat het beeld van Leifur Eiríksson geschonken werd door de Amerikanen als erkenning dat deze IJslandse ontdekkingsreiziger als eerste Amerika had ontdekt, zo’n 500 jaar voor Christopher Columbus. 

Mooi op tijd voor de lunch aan boord en om 1 uur gingen de trossen weer los terwijl wij lekker aan onze salade niçoise zaten. De tafeltjes voor twee staan allemaal heel dicht op elkaar, bijna zo dicht dat je bij elkaar aan tafel zit. Zo zaten er dit keer twee Nederlandse jongens (ok, allebei al in de 20) naast ons die samen met hun hele familie (26 totaal!!!) op vakantie waren. Aan de andere kant eerst een Vlaams echtbaar dat duidelijk minder spraakzaam was, maar toen die klaar waren een Amerikaans stel uit Orange county California die spraakzamer waren en waar we over bosbranden mee spraken. 

‘s Middag ging m’n moeder even voeten omhoog lekker op bed lezen, puzzelen en dutten en was er voor het eerst echt tijd voor een lange training. Kyle van de fitness had al aangeboden om de spinzaal van het slot te doen als ik dat een keer nodig had, dus kon ik mooi mijn 3 uur training op een “echte” fiets doen in plaats van om de hometrainer in de gewone sportzaal. Het uitzicht is daar wel wat minder, maar met Netflix kun je een half seizoen kijken van Lincoln Lawyer. Toen ik klaar was, was IJsland al ver aan de horizon: dag IJsland, mooi land! 

Na een lekkere douche en een lichte maaltijd gingen we naar het theater voor de show Tree of Life, een musical met vooral bekende popnummers waar een ploeg van dansers en acrobaten het levensverhaal van jong verliefd worden tot oud afscheid nemen uitbeeldden, de omschrijving doet geen recht aan het verhaal, maar dit was weer musical spektakel ten top. Mooie afronding van vier dagen in IJsland, veel gezien en geleerd en vooral genoten.