Een weekend vol met leuke dingen weer. Ik zal in chronologische volgorde vertellen en de uitleg van de titel tot het laatst bewaren. Alwin kwam dit weekend bij ons logeren vanuit het verre Denemarken. We hadden ons al lang op zijn bezoek verheugd, lees vooral ik, want het was tenslotte al zo’n 15 jaar geleden dat we elkaar voor het laatst in levenden lijve gezien hadden. Maar lang leve facebook dat een aantal jaar geleden het contact weer was gelegd. Op vrijdag de dertiende aankomen, heeft zo zijn nadelen, maar na door een ietwat vreemde taxichauffeur gered te zijn van een niet meer werkende huurauto, kwam Alwin nog net op tijd voor het avondeten bij ons aan. Alsof er geen tijd voorbij was gegaan, zo vertrouwd zat hij bij ons aan tafel!
Op zaterdag was het een bijzondere dag: Pi-dag. Nee, niet pie-dag (van de taarten), maar pi van het wiskundige getal. In Amerika schrijf je de maand eerst en dan de dag, dus dat maakt 3.14 (pi met twee decimalen). Dit jaar extra bijzonder, want het was 3.14 15: Pi met vier decimalen dus. Maar de mede-nerd gaat meteen zeggen: nee, vier decimalen is pas volgend jaar. Daar hebben ze wat op gevonden, want de echte grote Pi-dag dien je te vieren om 9 uur 26 minuten en 53 seconden, want dan staat er: 3.141592653 en dat is dus wel Pi. Dat laatste kunnen we nu allemaal weer mooi vergeten, meeste mensen weten dat pi 3.14 is of 3.142 en dan houdt het vaak wel op. Nog leuker natuurlijk is het bakken van een echte Pi-taart. De eerste hebben we zelf opgegeten en daarna heb ik er op zondag nog een gebakken voor Stijn z’n meester, want die is namelijk op 3/14 jarig. Werd hij ook nog eens 31 jaar oud, dus Stijn en ik hebben uitgerekend dat hij zijn eigenlijke pi-verjaardag op 12 augustus moet vieren, want dan wordt hij 31.4159 jaar oud!
Zaterdag was ik niet de enige die in de keuken stond, want Eniek had vorige week de smaak zo te pakken gekregen dat ze ook dit weekend weer een gerecht wilde maken uit haar nieuwe kookboek. Met een boodschappenlijstje op zak gingen Alwin en ik erop uit om alles te halen. Goed excuus om ook nog even koffi te
drinken met z’n tweeen, had ik eindelijk iemand bij me die qua geslacht ook voldoet aan de naam “Oscar”. Boodschappen bijna volledig geslaagd, alleen de noodles waren niet helemaal die soort die in het recept stond, maar gelukkig mochten deze ook. Eniek heeft een heerlijke maaltijd van zalm met groenten uit de oven op een bedje van sojasaus noodles gemaakt. Echt verrukkelijk! Hopelijk wil ze volgend weekend weer een keer koken.
Zondag was de meeste bijzondere dag van het weekend. Alwin was namelijk hier om de halve marathon van New York te lopen. Dat is best een prestatie, want als buitenlander kom je er eigenlijk alleen maar doorheen als je een hele goede tijd gelopen hebt, dat heet time-qualifier. Alwin’s snelheid op de halve marathon houd ik nog niet vol op een 5 km, dus met gepaste trots mocht ik op zondag zijn “groupie” zijn. Om even na half zes stapten we in de auto, net op tijd voor het gekkenhuis dat New York’s verkeer werd door alle afsluitingen. Er deden
meer dan dertig duizend renners mee, de organisatie was bijzonder strak: op 59th street stonden allemaal vrachtwagens op een rijtje om de tasjes van de renners in ontvangst te nemen op nummer, die reden dan naar het eindpunt, zodat alle renners hun spullen daar weer in ontvangst konden nemen. Enige nadeel is dat je je warme trui en broek dan al vroeg uit moet doen, want je moet ook ruim 20 minuten voor de start al in je eigen startvak staan. Als niet-renner mocht ik niet verder mee dan de security
poortjes die alle mensen eerst scannen op verdachte stoffen en pakketjes. De start was om half acht in Central Park, eerst naar het Noorden, dan met een bocht weer terug door Central Park om op 7th avenue langs Time Square naar 42nd street af te dalen. Bij Times Square was ik gaan staan om aan te moedigen, lekker muziekje erbij, kopje koffie
van de Starbucks en het wachten ging best snel. Eerst kwamen de rolstoelrenners, daarna de echte profi-vrouwen, vlak daarna gevolgd door de echt snelle mannen. Hoe
lager je nummer hoe sneller je tijd, dat heb ik nu ook weer geleerd. En hoe sneller de lopers, hoe meer motoren met cameras, maar dat laatste wist ik al. Op de app van de halve marathon kon ik de tussentijden van Alwin bij elke vijf kilometer volgen. Hij liep heel strak: 20 minuten over de eerste 5, 40 minuten bij de tweede vijf, dat kwam al snel. Ik camera in de aanslag, zag hem al van verre komen, ik juichen en plaatjes schieten.
Opeens bedacht ik me dat als hij in dit tempo door zou blijven lopen, ik nog moest opschieten ook, dus op een drafje naar de metro, alwaar ik 9 minuten moest wachten op mijn metro naar het zuidelijkste puntje van Manhattan. Het was ook nog eens een stop-trein, eindeloos duurde de reis. Op de app zag ik al dat Alwin 6 minuten eerder dan ik ter hoogte van 18th street was! Stressen! Zou ik het 20 km aanmoedigingspunt dat we hadden afgesproken nog wel halen. Met nog 1 minuut speling sprong ik uit de metro, met twee treden de trap op, (te) snel door het poortje en een sprintje naar het 20 km punt. Kwam ik daar toch tegelijk met Alwin aan, gillend nog even aanmoedigen e
n toen was hij al weer uit beeld. Je kon nu wel zien dat hij toch ook menselijk was en 20km hem niet kwamen aanwaaien. Maar als je zo fanatiek bent dat een 40 seconden verval op de laatste 5 km niet goed genoeg is, tja, wat kan ik daar nog van zeggen. Op dat moment bedacht ik me fanatiek dat ik als ik snel door kon steken ik de finish ook nog kon halen, dus ik weer rennen. Langzamer dan de lopers die er al 20 op hadden zitten, maar toch buiten adem kwam ik bij de finish aan en ik had m’n camera nog niet uit de tas of daar kwam Alwin over de finish: 1 uur 25
minuten. Jeetje wat een tijd, echt super! Voor mij ook super om dat allemaal langs de kant mee te maken, bijna alsof ik ‘m zelf liep, haha, “wij” hebben ‘m gelopen. Alleen maar 1 van ons had de zware benen om het te bewijzen. Die van mij waren alleen maar een dikke blauwe plek rijker van het poortje dat ik te snel had genomen.
Na een kopje koffie en wat eten bij de Starbucks kon Alwin er al weer tegenaan, wat zullen we eens gaan sightsee-en? We zaten zo vlak bij de Freedom Tower, het 9/11 monument en het recent geopende 9/11 museum, dat leek ons een goede stop. De
eerste keer voor mij dat het monument helemaal open was, dus geen hekken meer eromheen. Maakt het geheel een stuk ruimer en daardoor ook indrukwekkender en statiger. We hebben dik twee uur in het museum doorgebracht, echt onder de indruk. Iedereen heeft zijn eigen verhaal van waar hij was toen 9/11 gebeurde, ik weet ‘t nog goed, maar om het zo allemaal weer op een rijtje gezet te zien, de beelden, de foto’s, de resten van brandweerauto’s, stukken gebouw en een documentaire met alle belangrijke politici van die tijd. Regelmatig kippenvel en een brok in m’n keel!
Met een heel aantal andere mensen met medailles om hun nek en doorzichtige marathon-zakjes aan hun hand zaten we in de metro weer terug naar de parkeergarage. Chaos was een stuk minder geworden, dus de rit naar huis ging eigenlijk heel soepel. Thuis nog even voorbereiden op de week die komen gaat. M’n nieuwe hardloopschoenen even ingelopen (slecht 1/4 van de afstand die Alwin gelopen had, hoor), pizza besteld en natuurlijk uitgebreid nagepraat over de afgelopen dag en dagen. Dat de warmwaterketel het vervolgens begaf, mocht de pret niet drukken. Daar komt maandag de loodgieter wel naar kijken…