Monthly Archives: March 2019

Laatste dagje Berlijn

Drie dagen Berlijn is echt prima om alles te zien, in ieder geval van buiten, als je echt overal naar binnen zou gaan, dan heb je iets meer tijd nodig. Op de laatste (halve) dag aan ons de keus of we nog de laatste buiten-dingen van ons lijstje wilden schrappen of een museum of twee in wilden duiken. Gezien het mooie weer besloten wij het eerste, lekker wandelen door de stad. Eerste stop: de oude Joodse wijk bij de Oranienburgstrasse. Nog voor je de publiekstrekker Nieuwe Synagoge in beeld krijgt, loop je aan tegen het – voorheen keizerlijke – Postfuhramt, een enorm rijk versierd rood bakstenen gebouw (ok, de Berliners houden van glas EN rode bakstenen). Je ziet helemaal niet meer dat dit gebouw in de oorlog ernstig beschadigd was, maar de restauratiewerkzaamheden hielden in de ’80 jaren een heel aantal bouwvakkers aan het werk zullen we maar zeggen. De Nieuwe Synagoge met z’n gouden koepel kun je vanuit heel de stad bijna zien liggen, van dichtbij indrukwekkend gebouw, maar helaas nog gesloten en een uur wachten was toch te gortig. verder lopend kwamen we bij een oude Joodse begraafplaats die tijdens de oorlog helemaal op de schop was gegaan, dus bijna geen individuele graven meer te zien, een paar stenen aan de zijkant die nog bewaard waren gebleven, maar nu meer een herinnering aan. Confronterend om te zien dat de joodse school ernaast blijkbaar politiebewaking nodig heeft, ook nog in deze tijd… Op straat heel veel stolpersteine, die hebben we in Nederland ook op sommige plaatsten, het concept is bedacht door een Duitse kunstenaar begin jaren ’90, de eerste stenen legde hij nog illegaal in Berlijn, maar inmiddels zijn er wereldwijd al 70 duizend van die gouden steentjes in straten gelegd. Het idee is om mensen te herdenken bij hun laatst bekende woning voordat ze gedeporteerd werden, meeste dus Joodse mensen. Ook in Nederland hebben we ze op verschillende plaatsten, Bart kent ze van z’n werk in Gouda, want als straatwerkzaamheden hebt, dan moet je wel zorgen dat de stolpersteine op dezelfde plek weer terug komen.

Nog een keer naar het Holocaust memorial gelopen om daar het museum onder het monument te bezoeken, indrukwekkend is een understatement, je bent wel even een tijdje stil als je daarna weer buiten komt. Ook nog een keer terug naar de Bebelplatze en Gendarmenmarkt omdat we daar op de Segway geen tijd hadden om alle gebouwen van dichtbij te bekijken, helaas was de Hedwig kerk dicht en in de Duitse kerk was alleen een tentoonstelling over het Duitse kabinet. Laatste stop het Nikolaiviertel, ook aan de voet van de TV-toren, maar met de Segway overgeslagen, maar als oudste stukje Berlijn natuurlijk niet te missen. Het oude stadhuis, de Nikolaikerk en natuurlijk de Nederlandse ambassade. Als afsluiting een lekkere Duitse lunch en nog even uitbuiken in de lobby van het hotel voordat we met de taxi naar het oninspirerende Tegel vliegveld gingen. Home sweet home en op vrijdag de kinderen weer ophalen.

 

Potsdam

Na twee dagen Berlijn en de vele tips om ook buiten Berlijn te kijken, ging de reis op dag 3 naar Potsdam. Een half uur met de trein of 40 minuten met lijn 7 van de Stadtschnellbahn en je bent al op Potsdam Hauptbahnhof. Even op de kaart gekeken en het is toch wel een heel eind lopen als je alles te voet wilt doen, hop-on-hop-off ging pas vanaf maart, maar er ging wel een bus met gids die op drie plekken zou stoppen: het Cecilienhof, Sans Souci en het nieuwe paleis. Krijg je toch iets meer mee van de geschiedenis dan dat je zelf gaat lopen/rijden en het was ook een goede manier om ons Duits echt even op te halen: de gids had een redelijk hoog praattempo, maar gelukkig geen zwaar accent.

Bij de rit door het oude deel van de stad zagen we een heleboel mooie oude gebouwen en hadden al besloten om na de bus dat stuk te voet te verkennen, dus daarover later meer. Natuurlijk zagen we ook de vele andere kasteeltjes/paleizen die Potsdam rijk is vanuit de verte (BelvedereĀ  De eerste stop was Slot Cecilienhof, een Unesco erfgoedsite, waarschijnlijk meer vanwege de historische meeting tussen Stalin, Truman en Churchill na de tweede wereldoorlog aldaar dan vanwege de leeftijd van het slot, want dat werd pas vlak voor de eerste wereldoorlog gebouwd voor kroonprins Wilhelm en zijn vrouw Cecilia die er dan ook niet hele lang van konden genieten, want de revolutie brak niet snel nadat het af was al uit. In 1945 konden de drie hoge heren er twee weken lang vertoeven om afspraken te maken over verdeling van Europa en herstel van de economie. Daarna kwam Potsdam onder Sovjet bewind en de rest is history zoals ze zeggen. Onze gids wees het KGB kantoor in vlak bij aan en vertelde dat ook Putin hier enige tijd had gewerkt toen hij in dienst was bij de KGB.

Tweede stop was het beroemde SansSouci, op de korte rondleiding geen tijd om naar binnen te gaan, maar buiten was ook al indrukwekkend genoeg. Een soort “feestpaleis” voor Frederik de Grote. De beroemde tuinen waren nu nog bijzonder winter-achtig en het weer was ook een beetje grauw, maar met fantasie kon je je goed voorstellen dat dit een mooi park is in de zomer. Zelfs de standbeelden in de tuinen waren ter bescherming tegen vorst in houten kastjes ingepakt. Naast SansSouci ligt Frederik zelf begraven al heeft het wel enige tijd geduurd voor zijn laatste wens werd ingewilligd om daar begraven te worden met zijn 11 honden, want zijn neef die hem opvolgde was nogal rancuneus richting oom lief blijkbaar. Op zijn graf liggen aardappelen omdat hij blijkbaar als een van de eersten inzag dat de aardappel een bijzonder voedzaam gewas was en nu heeft hij dus de naam dat hij de Duitsers heeft leren aardappelen eten. Aan de achterkant van SansSouci heb je zicht op de Ruineberg die daar werd neergelegd als decoratie met het idee dat de bron aldaar via natuurlijk verval en zwaartekracht de fontein van SansSouci zou voeden, echter tot er een stoommachine op kon worden aangesloten was de waterdruk nooit genoeg om de fontein echt te laten spuiten.

Laatste stop het nieuwe Paleis, met de bijnaam ‘het Versailles van Potsdam’. En qua grootte doet het die naam inderdaad eer aan. Hier woonde de laatste keizer tot aan de val van de Monarchie en leuk detail is dat heel veel van de meubels nu in kasteel Doorn staan, want daar gingen keizer en keizerin heen en namen enkele treinstellen aan meubilair mee. Frederik de grote heeft het paleis gebouwd nadat hij al SansSouci had gebouwd, omdat hij blijkbaar vond dat na het overwinnen van heel Pruisen zijn rijk een echt groot paleis nodig had. In de 18e eeuw was pracht en praal blijkbaar nog steeds de norm.

Op de terugweg met de bus lieten wij ons er bij de Brandenburger Tor (nee, niet die van Berlijn, Postdam heeft er ook een) afzetten om vanaf daar wandelen door het oude centrum de belangrijkste gebouwen van dichtbij te bewonderen en natuurlijk een Konditorei van binnen te bekijken. Oude kerken, het oude raadshuis, een Sovjet begraafplaats om mijn Russisch op te poetsen (majoor, kapitein en lieutenant zijn hetzelfde in het Russisch) en natuurlijk het Hollandse kwartier met z’n nep-klokgevels.

 

Met de trein weer terug om net voor het donker nog het Hauptbahnhof van Berlijn te bekijken: grootste station van Duitsland blijkbaar en een enorm glazen gebouw met roltrappen die elkaar zo kruisen dat het inderdaad bijna desorienterend groot lijkt. Wederom: de Berliners houden van glas!