Nederland verkennen op de fiets en dan ook nog in goed gezelschap, dat is toch de mooiste hobby die je kunt hebben. Moet je wel het weer een beetje uitzoeken natuurlijk. Maar afgezien van de temperatuur die wat onder de maat van eind April is, mogen we over het weer niet klagen: meer zon dan wolken en de windkracht niet hoger dan 4, daar doen we het voor. Met m’n vader een zondag fietsen in het rivierenland tussen Rijn en Waal, met als hoogtepunt alle plekken waar ik mijn lagere schooltijd vaak ben geweest.
Mijn vader heeft twee fietsen, dus ik hoefde mijn eigen fiets niet mee te nemen. Hij op zijn nieuwe elektrische en ik op zijn oude toerfiets, dat trekt het leeftijdsverschil van 25 jaar weer gelijk en hebben we hetzelfde tempo en uithoudingsvermogen voor en mooie tocht van 75km. We begonnen in Arnhem Zuid om via Huissen en Angeren een stuk langs de Nederrijn te fietsen. Kasteel Doornenburg zagen we liggen, maar ervoor omrijden had niet veel zin, omdat alles nog dicht. Fort Pannerden kwamen we wel heel dicht langs, toerist in eigen land dus weer. Als je een stukje doorrijdt over het onverharde pad dan kom je op het kruispunt van de Waal en de Nederrijn, bijna een soort van pier tussen al dat water.
In een natuurgebied langs de Waal stopten we even bij een bankje voor een kopje koffie en een broodje, heerlijk in het zonnetje en uit de wind. Net te vroeg gestopt, want toen we nog geen km weer verder waren gereden, zagen we een groep van wel 20-30 mensen staan te kijken bij de kudde wilde paarden die daar lekker aan het rennen, rollen en grazen waren. Toen wij ons ook bij hen aansluiten zagen we een allerschattigst klein veulentje dat overduidelijk net pas geboren was en heel klungelig probeerde op te staan. De politie kwam ook even kijken wat al die mensen (wel heel netjes op 1.5m van elkaar trouwens) aan het doen waren, maar ze reden al snel weer door. En wij ook, want we hadden nog wel even een tocht voor de boeg.
Lang Bemmel, waar mijn moeder vroeger lesgaf, door naar Nijmegen. Die stad is ook enorm uitgebreid en langs de Waal hebben ze een heel mooi wandelpark aan gelegd. Veel mensen op de been dus. Langs Slijk-Ewijk waar een van mijn lagere schoolvriendjes vroeger woonde en toen kwamen we al bij de oude kerncentrale van Doodewaard. Die is al twee decennia dicht, maar staat nog steeds te wachten tot hij kan worden afgebroken. Ik weet nog dat er posters en stickers werden uitgedeeld om te protesteren tegen die kerncentrale. Maar dit keer stonden we niet bij de poort om ons vast te ketenen, maar gingen we wel even langs de rivier uitrusten en nog een broodje eten.
Terug naar het Noordoosten richting Andelst, de betuwelijn oversteken en dan door naar Valburg, waar ik van kleuterschool tot 1e klas middelbare school gewoond heb. Het dorp binnenrijden is nu heel anders, veel meer huizen en minder weilanden, maar de kern blijft toch hetzelfde. Langs huizen van oude speelkameraadjes (Manon, Rian, Marieke, Anouk) naar ons oude huis. De nieuwe eigenaar stond buiten te klussen, dus een babbeltje gemaakt over wat hij allemaal verbouwd had. Grote grap dat hij geboren is rondom het jaar dat wij al weer gingen verhuizen. Nog even een rondje dorp gemaakt langs de oude kroeg waar vroeger carnaval gevierd werd, de basisschool met een extra dependance en de kerk waar ik communie heb gedaan. Alles lijkt nu zo klein en dicht bij elkaar, maar dat zullen wel meer mensen hebben als ze teruggaan naar het dorp waar ze zijn opgegroeid.
Het laatste stukje van de tocht kende ik al wel weer beter, want daar hadden we ook al een keer gewandeld. Door Elst met het grote openluchtzwembad en de bibliotheek van vroeger, langs de Linge terug naar de flat van m’n vader. Heerlijke tocht weer! Dit gaan we vaker doen, volgens mijn vader zijn er nog veeeel meer leuke routes in de omgeving.