Monthly Archives: July 2019

Makkum in twee stukken

Vanaf Lelystad was het originele plan om in 1 keer naar Makkum te zeilen, maar dat plan was gemaakt op weersvoorspellingen met een windkracht 4 uit richting zuidoost. Echter, ’s ochtends werd al gauw duidelijk dat het niet windkracht 4 was en ook de richting meer oost/noord-oost was dan zuid. En met een kruisende koers zou het toch echt te lang varen zijn. Snel een plan B gemaakt: tussenstop in Stavoren maken en als we dan de Marina zouden nemen als haven dan voelde het ook nog als een volledig nieuwe stop. Even gebeld voor een plekje, want nu ook het Noorden vakantie heeft, merk je echt dat het drukker wordt op het water.

De vaardag begon al avontuurlijk met de sluis: het kwam zo uit dat we achter een vrachtschip in de sluiskolk kwamen te liggen, op zich niet zo’n probleem, maar bij het wegvaren trok het vrachtschip het gas flink open en dat was krachtiger dan gedacht. Dankzij een sterk staaltje stuurmanschap van Bart hebben we de bijna 360 in de sluis ook weer overleefd: lagen we zomaar pardoes achterstevoren in de sluiskolk. Weten we ook meteen dat we overdwars ook in die sluis passen. Rustig even bijkomen op het meer, hoog aan de windse koers en even een lang stuk rechtuit voor de eerste overstag. Door de giga-windschifting kwam die overstag een heel stuk later, hoog aan de wind zeilend maakten we gewoon een soepele bocht, de wind draaide bijna 90 graden, dat hadden we nog niet eerder meegemaakt. Door de ondieptes voor de kust van Stavoren moesten we toch een paar keer overstag en tegen die tijd was de wind ook echt toegenomen tot een dikke vier/kleine vijf, dus veel snelheid. Aanleggen in een box is niet mijn grootste hobby, maar met de nodige stress hebben we ook dat weer overleefd.

Op maandag deel twee richting Makkum, alles verliep soepel met uit de box varen tot Eniek zei: waar is Stijn? Oeps, Bart was vergeten dat hij ook nog even naar de WC wou in het havengebouw. Stond Stijn daar te zwaaien op de kant, stuurmanskunst 2: Stijn snel oppikken op een een andere steiger en we konden weer op weg. De wind was nu gedraaid naar zuidwest, dus het was een bijna voor de windse koers, met blauwe lucht veel tijd om koffie te drinken en rustig te zitten. Bij de Marina in Makkum hadden we ook al een plekje gereserveerd en deze box ging al met veel minder stress gepaard, kan ook aan de wind gelegen hebben, want die was toch echt wel gaan liggen. In de middag konden we mooi verkennen wat de Marina hier te bieden heeft en dat is heel wat, het is een hele gemeenschap met camping en bungalows erbij: restaurants, een supermarkt, kledingwinkeltjes, verschillende restaurants, airhockey, tafelvoetbal en –tennis, een heel jeugdprogramma, kortom een resort aan het water. Lars en Sophie kwamen op bezoek, de rest van de familie Bouma zat op hun eigen boot in Heerenveen, maar met zes in de kuip van de boot is toch eigenlijk ook de max van comfortabel zitten. Samen gezwommen in het meer bij Makkum, echt super ondiep en je kunt het beter pootje baden noemen, want voor je lekker kunt zwemmen moet je wel een paar 100 meter lopen door het water. IJsje eten, pizza’s halen, airhockey/tafelvoetbal spelen en nog even kijken bij de botsauto’s. Daarna Lars en Sophie weer uitgezwaaid, was super gezellig.

Twee maal Enkhuizen

Tijdens een hittegolf is op het water toch echt de beste plek! Niet alleen is het er sowieso 2-3 graden koeler dan op land, staat er bijna altijd een lekker briesje (of ronduit wind) en als het echt te warm is laat je je gewoon overboord vallen. Ook al is het IJsselmeer nu alweer opgewarmd en tikt 23 ½ graad aan. Op donderdag zou het niet al te hard waaien en we wilden ook niet heel ver omdat we ’s avonds in Medemblik wilden liggen, dus dit werd onze “spelevaar-dag”: koers zetten richting Stavoren zonder daar ook echt heen te willen. Toen de wind zo ging liggen dat het zwemtempo varen werd, liet ik me overboord zetten om met de boot mee te zwemmen. Al gauw ging de wind zo liggen dat ik de boot inhaalde en toen de boot helemaal stil kwam te liggen, gingen we maar gewoon voor anker. Kon de rest ook even lekker zwemmen en om mijn afstand toch een beetje vol te maken, zwom ik gewoon rondjes om de boot tot ik bij mijn 2km zwemmen voor de dag kwam.

De wind kwam weer wat op en we zetten koers naar Medemblik, eerst nog wat dobberend, maar later gewoon tempo. In Medemblik hebben we ook onze favoriete kade en daar was nog plek; schaduw maken met een laken en lekker liggen uitpuffen en boekje lezen. Boodschappen halen inclusief de laatste doos calippos om lekker af te koelen. Te warm om te koken, maar een salade met stokbrood past prima bij het weer en is snel in elkaar gezet.

Op vrijdag een vette windkracht vier en ging Bart alleen met de kinders zeilen, want ik ging naar Amsterdam om daar met m’n ouders naar de balletvoorstelling van Bella te gaan. Bella is de dochter van een Amerikaanse vriendin en die was door de auditie van het Nationaal Ballet gekomen voor de zomercursus. Heel leuk om de eindopvoering mee te maken, in de studios van het opera gebouw stonden rijen stoelen opgesteld voor familie en vrienden. Er waren zo’n 160 studenten uit de hele wereld in de leeftijd van 14 tot begin 20, die in kleine groepjes bekende klassieke stukken dansten en eigen-ontworpen moderne dansen. En voor Bella was het ook leuk dat wij er waren, want haar ouders waren wel aan het begin van de stage geweest, maar moesten weer terug naar Amerika om te werken. Bart was inmiddels na een dag heerlijk zeilen aangekomen in de haven van Enkhuizen. Op de heenweg was ik met bus en trein via Hoorn naar Amsterdam Centraal gegaan, maar naar Enkhuizen konden m’n vader en ik rechtstreeks met de trein, want m’n vader zou een dagje meezeilen op zaterdag.

Naast dat Enkhuizen een van de fijnste havens is qua voorzieningen, vielen we ook nog met onze neus in de boter, want er was een foodtruck festival. Alle vijf iets anders gegeten en op het grasveld met live muziek opgepeuzeld.

In Enkhuizen hadden Bart en ik donderdag een buitenwater-zwemmer gezien in het kanaal en met hem een praatje gemaakt. Die route wilde ik ook wel een keer zwemmen: bij de jachthaven in het kanaal via een trap het water in, dan naar het havenhoofd 300m heen en terug, doorzwemmen naar kanaal-uitgang 600m heen en weer terug. ’s Ochtends om half zeven was de wind een flinke 5 en de golfjes op het tweede stuk waren toch wel een rem, dus die 600m heb ik maar wat ingekort, safety first en te moe aan een lange zeildag beginnen is ook niet goed, maar toch weer een kleine 40min lekker buiten gezwommen.

Gezellig met z’n allen ontbijten en lekker vroeg het water op. Eerst door de sluis bij Enkhuizen doorsteken naar het Markermeer. Altijd spannend een sluis met harde wind en we hadden drie man nodig om het goed vast te houden, maar het liep eigenlijk best soepel. Hoog aan de windse koers richting Lelystad en daar zouden we binnen no time ook geweest zijn, ware het niet dat we onderweg de nieuwer Marker Wadden zagen en bedachten dat we wel tijd hadden om daar een kijkje te nemen.

De Marker Wadden zijn echt “nieuw land”: door Boskalis opgespoten eilanden om de waterkwaliteit en het ecosysteem van het Markermeer ten goede te komen. Geëxploiteerd door Natuurmonumenten en een mooi moment om weer lid te worden. Echt een knap stukje werk om uit het niets weer eilanden te creeren, al is het natuurlijk eerder gedaan en als je dan toch aan het inpolderen bent, kun je net zo goed nog even een stapje verder zetten. Een rondje op het eiland gelopen om alles te bewonderen en heeeeel veel verschillende vogels te zien. Lekker lunchen aan de mooie steiger op het eiland en daarna verder koers naar Lelystad. Daar kwamen we nog voor drie uur aan, alle keuze aan ligplekjes. Op de fiets van de haven naar de jumbo en gezellig met z’n allen eten bij Bataviastad. Op verzoek van Stijn en Opa wilden we simpel een broodje nemen bij de Subway, kregen we te horen dat als we broodjes wilden, dat het brood op was. ‘Wat zouden we anders willen eten?’ was onze reactie, maar plan B bij laPlace was ook een hele goede optie. Opa uitgezwaaid bij de bushalte en nog rustig even uitbuiken, lezen en bloggen.

Zon met een hoofdletter “z”

Een wind-arme dag op zijn tijd is ook een onderdeel van het spel en op dag 5 van de vakantie hadden we er zo een te pakken, maar gelukkig was het wel een mooie zonnige dag en met 25 graden nog net iets beter dan de dagen die erna nog zouden komen… Wel gingen we natuurlijk verkassen: van Lemmer naar Stavoren. Met de windrichting was dat ook nog eens kruisen met windkracht 1, ahum, als je het over langzaam hebt. Goed, nog steeds te snel om mee te zwemmen (voor mij dan), maar minder snel dan een wandeltempo. Genoeg tijd om wat te spelevaren, dus de grote band opgeblazen en achter de boot gehangen. Stijn sprong er meteen in en Eniek en Vincent hielden het op pootje baden vanaf het achterdek. Stijn had al gegrapt dat hij een keer man-overboord wilde oefenen, dus Bart maakte als grap het touw van Stijn z’n band los, zodat hij los van de boot kwam te drijven. Gelach en gegil natuurlijk, maar binnen no time hadden we het touw van de band al weer opgepikt en zat Stijn weer veilig vast aan de boot.

Richting Stavoren moet je ook de nodige ondiepten vermijden (wie kent het verhaal van het vrouwtje van Stavoren niet, in elk verhaal zit waarheid), dus nog meer omvaren zonder wind. Na een paar uur dobberen werd dat ons wat te veel en zetten we geheel tegen onze principes in de motor aan. Zo voeren we rond een uur of drie de buitenhaven van Stavoren binnen, nog een mooi plekje aan de kade lag op ons te wachten. In Stavoren is niet heel veel te doen en zijn er ook weinig winkeltjes, met een bevolking van 950 personen is dat ook niet verwonderlijk, maar charmant blijft het. En een supermarkt hebben ze overal. Als avondeten kibbeling gehaald bij de vis-tent, ook een verplicht nummer natuurlijk als je al die vissersdorpen af gaat. ’s Avonds met z’n allen de zonsondergang bewonderd, die is bij Stavoren eigenlijk altijd mooi.

’s Ochtends de stoute schoenen – of slippers – aangetrokken en om half zeven gaan zwemmen in het IJsselmeer. Van het ene strandje naar het anders een kleine 750 meter en weer terug. Natuurlijk wel met safeswimmer voor zichtbaarheid en als boei bij kramp en Bart zat op een bankje geduldig om mij te wachten. Water was wel een beetje koud nog (19 graden), maar na de eerste 400 meter schrik-ademhaling ging het toch redelijk.

Na het ontbijt koers naar de overkant: Enkhuizen. Wind was weer niet spectaculair, maar toch vier knopen snelheid gemiddeld gehaald en de koers was in 1 keer te bezeilen. Enkhuizen is de thuishaven van ons schip en als we er op tijd aan denken om een plekje te reserveren, mogen we aan de “eigen” steiger gaan liggen, het dichts bij het dorp (en de douches!). Vincent ging na drie dagen meezeilen weer naar huis, super gezellig om hem aan boord te hebben gehad, de boot is groot genoeg voor vijf, zeker met gasten zoals hij. In Enkhuizen is een treinstation – ook de reden dat we hierop mikten en niet op Medemblik – en naar huis was 2 uur en een kwartier, dus ook te doen.

Met de hitte wilden we eigenlijk alleen maar hangen in de schaduw met een boekje en wat drinken, maar ik had gelezen over de open kerken route in de zomer en in kerken is het koel en gelukkig kreeg ik Bart zo ver dat hij met mij meeging. In de Zuiderkerk troffen wij een Engels jongenskoor dat oefende voor een concert, al die hoge stemmetjes, best mooi. In de Westerkerk vooral veel grafstenen op de vloer, met uitleg dat na de Franse revolutie veel van de familiewapens waren weggehakt omdat het als een teken van “bijzonder willen zijn” werd gezien, alleen de “echte” helden mochten hun familiewapens behouden op hun graf. Wat ook opviel: Ook in de 17e eeuw werden veel mensen al 70+ (of in ieder geval die daar begraven lagen) en vrouwen hielden bij hun huwelijk gewoon hun eigen naam (alleen dat “huisvrouwe van…” bracht natuurlijk de nodige grapjes van Bart naar boven.

In de haven koelde het gelukkig na 9 uur ’s avonds voldoende af om binnen slapen draaglijk te maken, want een airco op een boot is nog niet aanwezig. Verder is dit schip wel voorzien van alle gemakken, hoor, zeker als we aan de walstroom liggen is het net als thuis (bijna).

Met z’n vijven naar Friesland

Op dag 3 en 4 van vakantie weer het nodige Nederlandse water en pittoreske plaatsjes gezien. Met zonnig weer en een krachtige wind (5 beaufort) zetten wij op zondagochtend koers naar Hoorn, op zich maar een kleine dertig kilometer, maar als je dan wind tegen hebt, wordt het opeens twee keer zo lang doordat je moet kruisen (of laveren als die term beter ligt). Maar met een klein beetje hulp van een windschifting deden we het in 5 ½ uur en eigenlijk is een hoog-aan-de-windse koers wel de leukste omdat je a. Lekker schuin gaat b. Wat te doen hebt met overstag gaan en c. Het gevoel hebt dat je lekker hard gaat (en dat is met 7 knopen natuurlijk ook zo, maar dat ligt meer aan de windkracht zelf).

In Hoorn proberen we eigenlijk altijd in de binnenhaven te liggen, daar lag het al vrij vol, maar met een uitstekend staaltje inparkeren van Bart lukte het ons om in een heel klein vakje aan de rustige kade te gaan liggen. Grote grap was dat zowel voor- als achterligger na een uurtje weer weg gingen, die waren alleen even de stad in geweest, en nu leek het alsof wij heel aso midden aan de kade hadden geparkeerd. Maar gelukkig redden anderen zich ook prima met inparkeren en voor het avondeten lagen we al weer strak kop-aan-kont.

Om even voor vijf gingen we Vincent halen van het station, twintig minuten wandelen, de lichaamsbeweging ook weer gehad voor de dag. Vincent is een vriend van de internationale school en zou een paar nachten meevaren om wat vriendschapsherinneringen op te bouwen voor hij naar Shanghai verhuist en het wat lastiger wordt om gezellig even samen te “hangen”. Met de neus in de boter, want “hangen” is het enige dat je doet op een zeilboot.

Op maandag een lekker relaxte voor de windse koers (voor de niet zeilers: dat is wind van achteren): eerste het Hoornse Hop uit en dan richting sluizen van Enkhuizen. Nog steeds een fikse windkracht 4, dus ook dan ga je al gauw 6 knopen, alleen voelt dat een stukje langzamer omdat de wind van achteren de wind die je genereert met snelheid compenseert, en dan voel je dus minder wind (kleine rekensom: de wind waait met 16 knopen, jij vaart met 6, dus je voelt maar 10 knopen wind). Net met Bart een discussie gehad waarom dit anders is dan met wind mee fietsen, maar ik denk dat het komt omdat als je alleen omgeven wordt door water alles hetzelfde lijkt en je dus ook stil zou kunnen staan. Wat duidelijk niet zo is, want met dezelfde vaartijd als gisteren deden we nu 54km.

In Lemmer proberen we altijd bij het haventje bij het centrum te liggen, daar zijn niet zo heel veel plekjes en het is ook flink manoeuvreren om de box in te komen, maar dan ben je wel op loopafstand van alle gezelligheid: IJsje eten bij iiskald (Friese spellcheck zit er niet op), alle watersportwinkeltjes langs en lekker pizza eten aan de gracht.

(zuider)zee, zon (soms) en zeilen

Vakantie in eigen land is weer begonnen! Op vrijdag konden we de boot al rondom lunchtijd ophalen, was nog even stressen met inpakken, want tja, als je op donderdag pas om zes uur thuis bent van je werk, nog drie wasjes wilt draaien en alles nog inpakken, dan heb je vrijdagochtend er ook hard bij nodig. Maar… allemaal gelukt. En het voordeel van eigen land: er is altijd wel een Hema, Kruidvat of Action in de buurt om vergeten spul bij te halen.

In Enkhuizen bij Windkracht 5 onze boot volgeladen, mooie Friese naam: “Lytse Pier”. Zo lyts (klein) is hij niet, 37 feet oftewel 11 meter, maar precies goed voor een familie van vier, met twee hutten achterin en een twee persoonsbed voorin in de punt, stahoogte voor Bart ook fijn, klein badkamertje met WC, keuken voorzien van twee pits gas en een kleine oven en koelkast. Als we aan de stroom liggen, hebben we zelfs warm water, een koffiezetapparaat en een waterkoker. Ook buiten veel gemakken: een dubbel stuurwiel, autopilot voor als je de handen vrij wilt hebben en toch koers wilt houden en dit jaar zelfs een kaartsysteem dat aangeeft of je opramkoers ligt met schepen voor je. Natuurlijk niet nodig als je goed oplet.

Qua reisplanning moesten we even puzzelen welke tussenstops we wilden nemen als we op zondag in Hoorn wilden liggen. Aangezien vrijdag een lichte-wind-dag was, besloten we om eerst Urk aan te doen en daarna door naar Lelystad en vervolgens naar Hoorn. De eerste dag met af en toe een wolkje voor wat welkome schaduw lekker in korte broek en 3 knopen per uur naar Urk gevaren, halve wind en ruime wind, dus we hoefden niet te kruisen, lekker rustig starten op eerste dag weer zeilen sinds 2016.

Rond een uur of 4 waren we al in Urk, konden we nog mooi even rondlopen en in het oude dorp kijken. Bij het oude kerkje uit de 18e eeuw dat in de 19e eeuw nog verwikkeld was in een wetenschappelijk schandaal: blijkbaar wilde een aantal professoren uit Utrecht bewijzen dat in Urk de Oernederlander nog woonde en stalen 6 schedels van de begraafplaats. Die zijn pas een x-aantal jaar geleden terug gegeven en opnieuw begraven. Ook het vissersmonument is indrukwekkend, net als in Scheveningen allemaal stenen met daarin de namen van omgekomen vissers sinds de 18e eeuw. Sommige jaren waren echt dramatisch en kwamen er meer dan 20 mannen uit het dorp om, zoals in 1868 30 mannen – de jongste 11 jaar en de oudste 68 – maar ook in 2015 was nog een schip gezonken waar vier levens bij verloren gingen. Als laatste bezienswaardigheden de Jumbo voor de boodschappen en de snackbar voor een lekkere avondmaaltijd met friet en snacks.

In de loop van de nacht stak de wind flink op en werden we er weer aan herinnerd dat je altijd vooruit moet kijken: als je aankomt en je legt je boot netjes in de wind, kan de wind ’s nachts draaien en heb je hem van achteren. Voor de niet boten-mensen: van achteren geven golven veel meer herrie aan boord dan van voren. Eerste nacht is slapen in een kooi op een dunne matras toch altijd al wennen, maar na nacht 1 gaat het vast beter. Lekker ontbijt met vers brood van de bakker en daarna richting Lelystad met een dikke vier beaufort tot soms 5. Wel tegenwind dus flink vaak kruisen. Al met al leg je dan twee keer de afstand af die je met ruimere koersen kunt varen, maar stiekem is dit wel de leukste koers, want heb je tenminste wat te doen: klaar om te wenden? Ree! En dan gauw de fok naar de andere kant aantrekken.

Rond een uur of 2 waren we al door de sluis heen, ook altijd een spannend moment, maar gelukkig lag de sluis wat uit de wind en hoefden we hem met maar 1 vrachtschip te delen, dus alle ruimte. Onderweg hadden we ook flink wat buien gehad, was ik bijna al weer vergeten, maar gelukkig hebben Bart en ik al jaren goede zeilkleding en de kinderen konden op fok-positie (beetje in de luwte) prima in hun Agu regenpakken meekomen.

Lelystad is bekend om twee dingen in de haven: de Batavia werf (hebben we al een keer uitgebreid bezocht) en Batavia Outlet Malls (ook al vaker bezocht, maar nog steeds een leuke bestemming). Eerst brood veiligstellen voor zondagochtend, bij het havenkantoor twee fietsjes gehuurd voor een uurtje om naar de Jumbo te fietsen en daarna met z’n allen naar Batavia Stad. Eniek een mooie Helly Hansen zeiljas gekregen, Stijn moet nog even wachten tot hij is uitgegroeid, maar hij heeft wel mooie nieuwe gympen gekregen bij Adidas.