Voorjaarsskiën

Een groter contrast met de vorige keer skiën in Oostenrijk kan er niet zijn. Alle handwarmers en dikke truien konden we de eerste twee dagen gewoon thuis laten. Nog niet eerder hebben we op 1 januari met 12 graden op de latten gestaan. In de bergen komt zo’n warmte-inversie wel vaker voor, dan sta je ‘s ochtends op met 2-3 graden in het dal en dan is het boven op de piste al enkele graden warmer dan beneden. Voeg daar dan ook nog een strakblauwe lucht aan toe en dan stijgt het kwik naar een dikke 12 graden. 

Op zich houdt de sneeuw zich dan nog steeds wonderbaarlijk goed. Blijkbaar een goede onderlaag en meester-prepareerders die de schade ‘s nachts weer prima weten te herstellen. Zelfs de dalafdaling is open! In het dal is er natuurlijk bijna geen sneeuw meer te bekennen, maar bovenin is alles nog prachtig wit. En als je dan je jas uit kunt doen op het terras met koffiedrinken dan voelt het dus echt als voorjaar. 

De grootste uitdaging van skiën met z’n tienen is het vinden van een tafel die groot genoeg is, en ook nog niet bezet. Tijdens de koffie nog niet zo’n probleem, maar tijdens het spitsuur tussen 12 en 1 is het bijna onmogelijk. Al na de eerste dag hebben we ons schema dus een beetje aangepast: koffie om 11 uur en dan lunch om 1 uur. Alle afspraken voor eenieder die op tijd in de buurt is, maar tot nu toe vinden we het allemaal nog zo gezellig dat we echt wel zorgen dat we op tijd er zijn. 

‘s Ochtends ook al een mooi ritueel van tafel dekken, broodjes ophalen die beneden bij de centrale brievenbussen bezorgd worden, grote pot koffie en idem pot thee en dan lekker relaxed ontbijten. Tot nu toe zijn we ontzettend blij met ons mooie appartement voor 10 personen. Super veel ruimte, vijf slaapkamers, vier badkamers, aparte kamer voor de skischoenen met verwarming en als kers op de taart een heerlijk grote sauna. Al had die best kleiner mogen zijn, want ik ben de enige die er gebruik van maakt. 

Onderaan de lift waar we de ski’s ook gehuurd hebben, kunnen we de ski’s (en snowboards) in het skidepot laten staan, zodat we alleen met de schoenen hoeven sjouwen. Erg vernuftig systeem waar je je eigen skirek open maakt met je liftpas, weet je ook zeker dat niemand er met je ski’s vandoor gaat. En het scheelt een hoop sjouwwerk. Na de ski-dag gaat 1 auto naar de supermarkt om inkopen te doen voor het avondeten en tot nu toe hebben we om de beurt gekookt of in ieder geval bepaalt wat er gekookt gaat worden. Dankbaar koken voor 10, enige dat we missen is een ander toetje dan yoghurt. 

Derde dag skiën inmiddels al achter de rug. Vandaag iets minder warm, iets minder zon, of zeg maar liever: geen zon, want ‘s ochtends hing er een wolk iets te laag en hadden e wat mist. In de middag ging het ook sneeuwen, maar dat vonden we helemaal niet erg, dat betekent alleen maar dat de pistes morgen misschien nog iets beter zijn. 

A better route planner

Voor het eerst op vakantie naar het buitenland met een 100% elektrische auto, dat schijnt een soort vuurdoop te zijn waar menig autorijder tegenop ziet. Laadstress als negatief bijverschijnsel van de normale euforie die hoort bij elektrisch rijden. Maar je kunt je overal op inlezen of een vlogger vinden die hele goede tips heeft. Gewapend met de app A Better Route Planner en de tip om te zorgen dat je 20% als absolute ondergrens moet aanhouden, vertrokken we om zes uur ‘s ochtends met 100% in “de tank” vanuit Pijnacker. 

Bob, Magon en Bjorn vertrokken om dezelfde tijd uit Friesland en Lars, Sofie, Eniek en Nino idem vanuit Groningen. Afgesproken bij dezelfde Rasthof waar we al 25 jaar lang afspreken richting Oostenrijk: Hünxe aan de A3. Maar 4 laadpunten, maar traditie gaat toch boven laad-zekerheid in dit geval. In de Whatsapp groep delen we onze live locatie, erg handig om bij te kunnen houden waar iedereen zich bevindt. Wij hadden minder lang rijden, dus waren als eersten de grens over. Was nog vroeg en nergens file.

Via de ABRP app kun je precies zien hoeveel laadpalen er op je volgende stop zijn en hoeveel er vrij zijn. Dat is redelijk “live”, dus al ver van tevoren kun je duimen dat die ene vrije paal vrij blijft. En in geval van nood kun je altijd een nieuwe stop uitzoeken. Maar we hadden mazzel bij de Hünxe, want toen wij aankwamen was er nog eentje vrij, weliswaar een max 50kWh paal, maar we gingen toch koffie drinken en we waren de eerste, dus in 45 minuten kun je ook weer tot 80% laden. De volgende stops zoeken we toch wat grotere laadstations uit, ook dat kun je instellen en dan plant hij de optimale route. Met 20 laadpalen hoef je je eigenlijk geen zorgen te maken of er nog eentje vrij is. 

Koffie met z’n tienen, dan heb je een heel dienblad vol. Gelukkig waren er nog voldoende tafels vrij, want dat is altijd het andere heikele punt van reizen in een grote groep. De route verder naar onze tussenstop in München in de app gezet en iedereen de adressen van de laadstations doorgegeven. In totaal moeten we nog drie keer stoppen, dus dat valt echt mee. Het is ook fijn om iedere anderhalf – twee uur even de benen te strekken. Gelukkig is de rest het daar ook mee eens, want de laadtijd gaat toch een stuk sneller als je met z’n allen gezellig aan de klets bent.

De grote laadstations zijn niet bij de Rasthof/benzinepompen aan de snelweg, maar er wel recht naast, nauwelijks omrijden en voor de andere twee auto’s veel goedkopere benzine dan aan de snelweg. Enige is dat je de toiletten moet zoeken bij McDonalds of Burger King restaurants die ook goede business ruiken bij zo’n mega laadstation. Bij één stop waren er 12 Allegro palen en wel 30 Tesla palen. Daar kwamen we er ook nog net op tijd achter dat in Duitsland nog niet alle Tesla palen open gezet zijn voor andere auto’s, in Nederland inmiddels wel, maar in Duitsland alleen op een paar locaties. Dus de geplande Tesla locatie snel vervangen en Tesla vermijden we deze vakantie voor het gemak maar even. Keuze genoeg bij Fastned, Allegro, ENBW en heel veel kleinere laadstations. 

Weinig file onderweg, maar toch is 11 1/2 uur reizen best vermoeiend, dus blij dat we bij onze tussenstop bij München aankwamen. Met nog 20% stroom in de accu, maar een mooie laadplek vlakbij het hotel was langzaam laden ook geen probleem. Op zoek naar een pizzeria die open was op 30 december was lastiger, pas bij de derde pizzeria brandde licht en konden we 8 heerlijke steenoven pizza’s bestellen en spaghetti voor Eniek. Vier flessen cola zero van de Pfenny erbij en in het hotel opeten met benen omhoog. Nachtje slapen, ontbijtje met z’n tienen en dan deel twee van de reis. Auto opgeladen en wij ook weer. 

Het laatste stukje naar Neukirchen was met opzet nog maar een paar uur. Bij Kitzbühel nog 1 laadstop gemaakt om met 80% het dal in te kunnen rijden. Want eenmaal in het dal zou er alleen een laadpaal bij de plaatselijke Spar zijn. Ook dit laden ging weer wonderbaarlijk goed en even na twaalven reden we al “ons” dorp binnen. Op oudjaarsdag geen oliebollen bakken voor ons, maar skipassen, ski’s passen en boodschappen doen voor oud & nieuw in het appartement. 

Iedereen die zegt dat laden in Duitsland zo lastig is, heeft duidelijk deze app nog niet ontdekt, want de hele reis is toch heel voorspoedig gegaan, met 0% laadstress en 100% laadsucces. Even alle kilowatts opgeteld en mooie score van 220 kWh voor een enkele reis Pijnacker – Neukirchen am Großvenediger. Met een gemiddelde laadprijs van 62 cent per kilowatt is het wel duurder dan rijden op benzine. Het break-even punt met benzine auto’s en de goedkopen prijzen hier in Duitsland/Oostenrijk ligt bij auto’s die 1 op 12 rijden, dan heb je toch wel een flinke slurper. 

Laatste dagen Hawaii

We hebben al zoveel gezien en gedaan met z’n vieren dat nu we met z’n tweetjes zijn het tempo even een stukje omlaag gaat. De laatste paar dagen staan vooral in het teken van lekker in de buurt blijven. Fietsen al gedaan, het zwemmen was het volgende onderdeel. Aangezien we allebei op dan wel in het water waren, hadden we iPhones thuis gelaten. En zelfs de GoPro leek niet echt fijn te combineren met SUPpen. Om acht uur ging de verhuur open, dus om vijf voor acht stonden wij in de rij om een SUP te huren. Eentje? Ja, meneer. Het water was redelijk kalm en helder, voor mij de eerste paar honderd meter een soort van snorkelen zonder snorkel, want wat een hoop vissen en koraal zag ik onder me. Maar al snel werd het a. te diep en b. veel zanderiger. Van de verhuur mochten we de SUP maar meenemen in de driehoek haven, hotel en vuurtoren, dus verder dan de halve Ironman boei kwamen we niet, maar door een kleine driehoek ervan te maken, kwamen we toch netjes binnen het uur SUP-huur aan een dikke 2 1/2 km zwemmen. Lekkere temperatuur, niet al te veel golven, dus prima zwemervaring. Maar dat kan ook anders… 

Qua strandjes en activiteiten even in het boekje gekeken wat er nog allemaal de moeite waard was. Met snorkel op pad naar het oude vliegveld, dat is in 1970 gesloten, maar ze hebben de landingsbaan gewoon laten liggen en zoals het boekje zegt: je mag taxiën zo lang als je wilt, overal mag je parkeren. Lift off niet bereikt, maar wel gewoon aan het eind geparkeerd. Van snorkelen kwam niet zo veel, want het water was zo woest, dat zwemmen werd afgeraden (en zelfs als het niet was afgeraden, hadden we het daar bij al die rotsen niet aangedurfd). Maar wat een spektakel om naar te kijken, die woeste golven. 

Op cultureel gebied was er nog 1 historic site die we nog niet gedaan hadden: Kaloko Honokōhau, daar waren vroeger de visvijvers van de koning. Door muurtjes te bouwen in het water, zorgden de Hawaiianen ervoor dat vissen bij hoog water erin konden zwemmen en dan bij laag water vast zaten. Lekker makkelijk vissen. Doordat het water dus in plassen erg beschut is, is het ook de ideale lokatie geworden voor (jonge) schildpadden. Vooral schildpadden tot een jaar of 20 vinden het een fijn plekje. En wat een hoop hebben we er (vanaf de kant) gezien. Als je een afgeronde steen zag die een beetje meedeinde in de branding, dan was het weer een schildpad, hoefde je alleen maar even te wachten tot er een kopje boven water kwam om een hap adem te nemen. Denk dat we er wel 20-25 gezien hebben op onze korte wandeling. 

Laatste avond gingen ook wij met z’n twee uit eten, al twee dagen van tevoren gereserveerd om zeker te weten dat we een plekje langs de balustrade hadden met zicht op de zonsondergang. En dat was weer genieten. Top eten bij Papa Kona Restaurant, voor mij een Poké inspired Hawaiian Ahi tower en voor Bart een lekker malse hamburger. Maar de sunset was toch echt het hoogtepunt van de avond, kon niet ophouden met foto’s nemen…

En toen was het al dag van vertrek, om 11 uur uitchecken, dus dat gaf genoeg tijd om nog 1 keer een zwemmetje in te plannen. Dat de branding hoger was dan we hier tot nu toe hadden gezien, was even een drempel om overheen te komen. Maar toen ik aankwam bij de zwemstart in de haven stonden er al zoveel zwemmers klaar dat ik het ook aandurfde. Als de golven niet breken bij de halve-mijl-boei, dan was het veilig, werd mij verteld. Dit keer weinig zicht, water was nog steeds turquoise blauw, maar wel ondoorzichtig nu en de ervaring was ook iets meer wasmachine dan de dag ervoor. Maar was goed te doen, al heb ik wel de afstand gehalveerd, je kunt ook overdrijven…

Na het uitchecken hadden we nog een uurtje of twee in Kona, met zulke mooie golven was dat geen straf: met een verse smoothie lekker op een rots in de schaduw van een boom wel een uur naar de golven zitten kijken. Daarna op ons gemakje naar het vliegveld, die 2 1/2 uur vantevoren zijn echt overdreven, maar toch ga je er altijd weer in mee, want ja, stel je voor… Gelukkig hebben ze sinds een aantal jaar ook een airconditioned wachtruimte bij gate 11, konden we de uurtjes wachttijd in iets meer comfort zitten. Nu in de tussenstop op LA even tijd om deze blog online te zetten voordat de reispret weer verder gaat. De vakantie was met recht eentje uit duizenden, dus de komende 13 uur gaan we vooral daar op focussen! 

Klein beetje Ironman

Kona is natuurlijk DE bekendste Ironman race ter wereld. Mijn ambitie noch mijn talent zijn groot genoeg voor een hele Ironman, dus laat Kona maar helemaal uit je hoofd, maar als je hier dan toch bent, dan kun je allicht een klein stukje meedoen, toch? Expres gewacht tot de kids naar huis waren, want zoiets vraagt toch al snel een halve dag. Wel goed voorbereid op reis: helm, schoenen, fietsbril, fietskleding, twee bidons en zelfs afgemeten sportvoeding in een ziploc in de koffer. Dat ik daar qua ruimte wat gewone kleding voor op moest offeren, was geen probleem: daarvoor heb je een wasmachine in het appartement. 

In het centrum van Kona waren we ook al bij de officiële Ironman store geweest. Daar kon je allerlei triathlon shirtjes kopen, ook die met de officiële Ironman branding, maar dat ging met toch net te ver, toch een soort van cheaten als je ‘m niet gedaan hebt. Maar een mooi fel fietsshirt met Kona erop, dat moest toch kunnen. 

Aangezien ik vroeg wilde vertrekken om de ergste hitte proberen voor te zijn, haalde ik donderdag einde middag mijn fiets op bij de verhuur. Echt supernetjes: een mooie Trek Domane SL6, welliswaar framemaat eentje groter, maar paste prima. Stuur een beetje te breed, zadel een beetje te hard, maar in ieder geval hadden ze er op mijn verzoek spd-pedalen opgezet. Prijs viel me ook nog mee, voor $70 dollar heb je een dag lang een mooie carbon fiets inclusief verzekering die je zonder borg zomaar meekrijgt, is toch maar mooi een $4000 fiets die ze je meegeven. 

Wekker om 5.45 om eerst rustig koffie en een bagel te eten, bidons op de fiets, horloge gps aan en gaan met die banaan. Eerste stuk nog Kona uitkomen, maar al snel zat ik op Queen Ka’ahumanu. Highway, het officiële fietsparcours. Het is dan wel een snelweg, maar de vluchtstrook heeft ook een fietsteken erop geschilderd en de auto’s zijn allemaal gewend dat er een heleboel Ironmen in training (en Ironman wannabees) fietsen en houden het goed in de gaten. Neemt niet weg dat grote pick-up trucks en vrachtwagens die met 100 km/u langszoeven even wennen zijn. 

Ik had met Bart afgesproken dat hij ongeveer 1h45 na mijn vertrek bij Waikoloa Starbucks zou zijn, als mijn voedingspost: met nieuwe inhoud voor mijn bidons, zonnebrand en uiteraard om wat koffie te drinken. Want tjonge wat is dat heet zo op het asfalt en tussen de zwarte lavavelden en wat heb je die bidon per uur echt hard nodig! 

Met mezelf afgesproken dat ik bij Waikoloa zou beslissen in hoeverre het verstandig zou zijn om nog verder te gaan of dat het beter zou zijn om terug te gaan naar Kona en alles bij elkaar opgeteld was het echt beter om het te laten bij twee keer 43km en niet eigenwijs door te willen fietsen naar Hawi.

Ongeveer een halve Ironman afstand is ook een mooie prestatie, want het is niet alleen de hitte of de zon, ook nog eens fikse wind en best heuvel-op-heuvel-af (al vielen de hoogtemeters me wat tegen versus hoe het voelde op de weg). Om half tien was ik weer bij de fietsverhuurder en stond Bart galant te wachten met de auto om me terug te rijden naar het appartement voor een verkoelende douche en nog maar even een driekwart liter water. 

Voor het geval je je afvraagt wat er van de rest van het parcours terecht komt: qua hardlopen heb ik me beperkt tot het een paar keer over de (denkbeeldige) finishlijn rennen (5k’s is meer mijn ding nu) en (een deel van) het echte zwemparcours gaan we morgen verkennen: Bart op de SUP en ik zwemmend ernaast. De mensenmassa’s denken we er maar bij…

Gehalveerd

Ons reisgezelschap heeft zich in tweeën gesplitst. Eniek begint haar nieuwe collegejaar al op maandag en die wilde geen dag missen, dus samen met Nino is zij vandaag al op het vliegtuig terug gestapt. Dat is een hele onderneming, want het zijn wel drie vluchten: Kona naar LA, LA naar Portland en dan Portland naar Amsterdam. Vliegveld wachtvermaak wordt nu dus even hun nieuwe hobby. Bart en ik hebben ze in Kona naar het vliegveld gebracht, gezorgd dat ze goed zijn ingecheckt en daarna zijn wij weer terug gereden. Alle vertrouwen in die twee dat ze het zelf gaan redden met terminals wisselen, bagage opnieuw inchecken en eventuele andere dingen die op hun pad gaan komen. 

Gisteren was dus de laatste dag met z’n vieren, dus Nino en Eniek mochten kiezen wat ze wilden doen op hun laatste dag: het strand! Even in het lijstje van mooiste stranden kijken en net onder Hapuna is nog een ander strand dat zeer hoge scores krijgt op zand en ook op snorkelen, bijna too good to be true dus. En dat bleek ook nog zo te zijn, want de parkeerplaats bij Mauna Lani beach bleek al vanaf half negen die ochtend vol te zijn en dus mochten wij er niet meer bij. Niet voor 1 gat te vangen, want dichtbij is ook Waikoloa Beach, iets minder hoge scores op zand en snorkelen, maar nog steeds een beremooi plekje. 

Lekker in de schaduw liggen lezen, af en toe wat wandelen of snorkelen, prima plek dus om de dag door te brengen. Lunch was op 5 minuten afstand te halen bij een grote supermarkt met Starbucks koffie om de hoek. Picknick lunch op het strand met iced vanilla latte en tuna sandwiches, de dag kon al niet meer stuk en al helemaal niet meer toen we even verderop tig schildpadden zagen. Twee lagen er zelfs op het land en de rest in het water. Geweldig gezicht om ze zo af en toe boven water te zien komen om lucht te happen en dan met een zwaai van hun voorpoot weer onder te zien duiken. 

‘s Avonds natuurlijk uit eten langs de boulevard: zicht op het water en de zonsondergang, hamburgers en een vers glaasje POG erbij. (POG staat voor passion fruit Orange Guava en is heel populair hier in Hawaii). En nu zijn Bart en ik nog een paar dagen met z’n twee hier om rustig even af te bouwen en daarna dezelfde reis te gaan ondernemen. Eens kijken wat we allemaal nog willen doen…