Béal Feirste

Eén na laatste stop al weer, en een korte dit keer, al voor 6 uur ‘s ochtends lagen we aan de wal in Belfast, op wat vibratie in het schip kregen we daar dus niets van mee. De wekker stond wel al vroeg, want om 7.30 vertrok onze excursie naar Belfast en het Titanic museum. In plaats van een volledig ontbijt, nam ik m’n moeder mee naar “mijn” koffiebar en met 2 croissantjes en een kop koffie in onze magen konden we er weer tegenaan.

Ierland begroette ons met typisch Iers weer: grijs en motregen. Om met de gids van gisteren te spreken, we beschouwen regen maar gewoon als future Whiskey. De rest van de reis hebben we echt mazzel gehad met het weer, dus op de dag dat wij een binnenactiviteit hebben gekozen, is het ook niet zo erg om wat regen te krijgen. Het Ierse accent van de gids was prima te volgen en ze vertelde veel over de stad. We draaiden de volgorde van rondrit en museum om, want we waren zo vroeg dat het museum nog niet eens op en was. Belfast was echt een grote verrassing: wat een mooie stad! Zo veel oude gebouwen en de stad was zo schoon ook. Qua architectuur en gebouwen doet Belfast niet onder voor London of Parijs en nu de IRA niet meer actief is, blijft alles ook beter in stand. Al reden we wel langs Hotel Europe, dat de twijfelachtige eer heeft om bekend te staan als meest gebombardeerde hotel ter wereld. 

Het verkeer was erg rustig, dus bij de universiteitscampus maakte de bus even een illegale stop, zodat we uit de bus konden stappen om foto’s te nemen. Dat levert toch mooiere plaatjes op dan vanuit de bus. De tweede stop maakten we bij het drukste toeristische punt van de stad, het stadhuis, ook al licht illegaal, dus we hadden exact 10 minuten om wat foto’s te nemen. Van het standbeeld van Queen Victoria met aan weerszijden een jongen en een meisje die de scheepsbouw- en linnenindustrie uitbeeldden en achter het standbeeld nog een verborgen kind, dat symbool stond voor het belang dat de koningin en de stad hechtten aan goed onderwijs voor de jeugd. Ook nu is Belfast een stad met twee universiteiten, dus dat is ook nu nog zo. De linnenindustrie is wel helemaal weg en de scheepsvaart is een stuk minder. In de hoogtij dagen was Belfast (net als Glasgow trouwens) één van de belangrijkste scheepsbouwsteden van Europa. Nu is de beroemde werd H&W nog steeds actief en de kranen van het bedrijf zijn nog steeds beeldbepalend voor de stad.

 

Harland & Wolff is het bedrijf dat begin 20e eeuw de Titanic heeft gebouwd en het had toen en heeft nu nog steeds het grootste droogdok van Europa. Ze hebben net weer een groot contract binnengehaald voor de Britse marine, dus heel Belfast is opgelucht dat het bedrijf het in ieder geval nog een paar jaar vol gaat houden. Mooie transitie naar het Titanic museum, want dat was natuurlijk het hoogtepunt van het bezoek. 

Het museum werd geopend in 2012, net op tijd voor het 100-jarig “jubileum” van de Titanic. Het trekt jaarlijks zo’n 700.000 bezoekers en heeft internationale prijzen gewonnen voor z’n interactieve tentoonstelling. Wij krijgen 2 1/2 uur de tijd om het museum op eigen houtje met een audiotoer te verkennen. Ik zal niet alle details beschrijven, maar kan wel zeggen dat zowel museum en zeker de stad erg de moeite waard zijn om te bekijken. Het museum neemt je mee op een totale reconstructie van het Titanic verhaal: hoe de White Star Company als een van de eerste transportbedrijven zich focuste op comfortabele scheepsreizen. Hoe een concurrentieslag met Cunard leidde tot het bouwen van steeds grotere en luxere schepen. Eigenlijk hebben zij het cruisen uitgevonden, want als je zag hoe luxe de Titanic was, dat is zeker vergelijkbaar met Celebrity of Royal Caribbean schepen: ze hadden als eerste ‘running water and flushing toilets’ aan boord voor alle 3 de reisklassen en ik heb zelfs foto’s gezien van de fitness ruimte aan boord. Cunard en White Star gingen al in 1950 samen en sinds 2005 zijn ze opgegaan in Carnival Cruises, dus ook nu nog leeft de Titanic nog een beetje voort in het moderne cruisen.  

Het verhaal van de eerste reis van de Titanic in april 1912 en de onfortuinlijke ontmoeting met een ijsberg is algemeen bekend. In het museum veel verhalen van passagiers die het wel en niet overleefden en alle statistieken. De 1e klas passagiers overleefden het in veel grotere aantallen dan de 2e en 3e klas, maar dat kwam ook vooral omdat die dichter bij de reddingsboten zaten. Vrouwen overleefden het weer meer dan mannen (75% versus 20%). Na de ramp ook veel aandacht voor de nieuwe wettelijke veiligheidsmaatregelen die getroffen werden. Zo werd de Titanic al geroemd omdat het meer reddingsboten had dan wettelijk verplicht, maar nog steeds niet genoeg voor alle passagiers. Na de ramp werd het verplicht om voor elke passagier een plek op een reddingsboot te hebben. 

Ook werd uitgelegd dat de ramp eigenlijk kwam door een samenloop van omstandigheden: de verrekijker om te speuren naar ijsbergen was ‘zoek’ geraakt bij de eerste tussenstop in Frankrijk, het was bewolkt met nieuwe maan, dus het contrast tussen zeewater en ijsbergen was te klein om met het blote oog echt van ver te kunnen zien en natuurlijk de menselijke factor om een snelheidsrecord voor de overtocht te willen neerzetten, zodat de route te noordelijk lag met ijsberg-risico van dien en de te hoge snelheid voor de weersomstandigheden. De rest is history zoals ze zeggen. De zoektocht naar het wrak van de Titanic was het laatste deel van de tentoonstellen en een grote video speelde op de vloer, zodat het net leek of je er zelf boven zweefde om te kijken. 

Terug aan boord ging de loopplank al vroeg weer omhoog om ons richting Cork en de Republiek Ierland te vervoeren voor de laatste stop van de reis. Morgen weer een blog dus. 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *