Aspirine en haarspelden

Ochtendroutine verliep iets anders vanochtend, nog steeds was ik vroeg wakker en ging meteen weer naar de zonsopgang kijken om te proberen een mooie timelap te maken, maar helaas: bewolking en slechte timing zorgden voor een filmpje dat het bewaren niet waard is. Dus morgen nieuwe poging. Weer terug in het hotel zat Bart een beetje in de lappenmand: niet lekker, hoofdpijn, misselijk. Dan maar direct door naar de apotheek om aspirine te halen. En een ochtendje rustig aan doen. Kon ik mooi in het zwembad proberen wat baantjes te trekken, al was dat niet makkelijk om al zigzaggend tussen de op-leeftijd-slow-swimmers m’n 50 baantjes te doen. 

Weer terug in het appartement was Bart voldoende opgeknapt om niet de hele dag in het appartement te willen blijven zitten, dus gingen we het westelijke deel nog een keer onveilig maken. Met de snelweg TF 1 het eerste stuk snel om daarna op de TF454 en TF82 langs Guía de Isora en Chio naar Arguayo te rijden, een klein dorpje bekend om z’n pottenbakkers. Helaas was de keramiekwerkplaats zelf dicht, maar we konden wel genieten van de rust, het standbeeld en de mooie bloesembomen, die je op deze hoogte overal langs de weg ziet. 

Bij Santiago del Teide was het superdruk en door alle auto’s en bussen de afslag gemist. In plaats van op de smalle weggetjes te keren besloten we het rondje gewoon andersom te rijden, dus in plaats van eerst naar Masca, eerst naar Icod de los Vinos. Beide kanten van het rondje gingen dwars door de bergen, een en al haarspeldbochten en machtige uitzichten. Al moet ik wel zeggen dat de weg langs Masca net een graadje uitdagender en spectaculairder was. Maar daar reed je dan ook door het national park Rural de Teno. 

In Icod zochten we een parkeerplaats om door het stadje te lopen. Dat was pas een mooi oud dorpje zoals we ons de oude Spaanse stadjes hadden voorgesteld: kleine straatjes met cafétjes en terrasjes, mooie oude gebouwen met houten balkons, pleintjes met grote bomen en een witte kerk met toren. Icod is vooral bekend om zijn 1000 jaar oude drakenbloedboom.

Tussen Icod en Buena Vista reden we langs de kust, een soort Big Sur uit Californië, maar dan Spaans. Spectaculaire blauwe zee en golven weer. Buena Vista betekent letterlijk mooi uitzicht, maar we lazen over de uitkijkpunten die op de weg naar het uiterst westelijke Punto de Teno lagen en lieten ons verleiden om een heel stuk op die weg te lopen tot Mirador de Don Pompeyo. Auto’s mochten helaas niet verder, in het boekje stond donderdag-zondag, maar ook op dinsdag mochten we de slagbomen alleen te voet (of met de bus vanuit het dorp) door. Met aan de rechterkant eerst de bananenvelden en dan de blauwe zee en aan de rechterkant hoge rotsen en groene bergen en ravijnen was de wandeling absoluut geen straf.

Tijdens het wandelen moest Bart wel toegeven dat de aspirine misschien niet voldoende waren om het stempel “beter” te krijgen. Dus terug bij de auto reden we zonder stoppen naar het hotel. Dat klinkt of we linea recta doorgingen, maar de weg langs Masca was dus allesbehalve recht. Een weergaloze rit door de bergen waar je vaak niet harder kon dan 20 km/uur vanwege de scherpe bochten. Zo’n 15km in de eerste versnelling gereden. Maar wat een uitzicht! 

Rond half zes ‘s middags waren we weer terug in het hotel. Voetjes omhoog en lekker vroeg naar bed, dan is Bart morgen hopelijk weer helemaal beter. 

One thought on “Aspirine en haarspelden

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *