Het noordoostelijk quadrant

In de reisgids hebben ze het eiland in vier quadranten opgedeeld. Wij zitten zelf op de grens tussen zuidoost en zuidwest. Gisteren deden we het zuidwesten al, lekker dicht bij huis dus. Voor vandaag hadden we het verste quadrant in het vizier: het noordoosten. De winkel gaat pas om 8 uur open om brood te kunnen halen, dus vroeg opstaan heeft niet veel zin. Ben toch vroeg wakker, maar gelukkig heb je dan een mooie zonsopgang om je te vermaken tot de winkel open is. 

Om naar het noorden te komen is de snelweg het handigst, dus via de TF-1 zoefden we in onze Fiat 500 naar La Laguna, alwaar de rondrit door bergachtig Tenerife begon. Ik weet dat Bart van haarspeldbochten en bergrijden houdt, dus deze route was hem op het lijf geschreven. Snel rijden is er dan niet bij, gemiddeld haal je misschien 30 km/uur, maar gezien het diverse groen en de ruige natuur is dat helemaal geen straf. We kwamen eerst door het laurierbos (Laurisilva), bij het uitkijkpunt Mirador de Jardina kon je de bomen al ruiken. We probeerden bij het bezoekerscentrum een parkeerplekje te vinden om een korte wandeling door het bos te maken, maar zelfs met een kleine fiat 500 was het vinden van een plekje hopeloos. Mensenmassa’s zijn toch al niet ons ding, dus dan maar niet wandelen, op naar het volgende punt. 

De mooiste vergezichten links en rechts, je rijdt hier namelijk op de top van de berg, dus je kijkt zowel naar het oosten als naar het westen uit op de oceaan beneden. Je moet geen hoogtevrees hebben. Langs de route zijn er de wereld aan zijstraatjes naar de kust beneden, maar we kiezen voor de TF134 naar Benijo, bij parkeerhaventjes stoppen we zo af en toe voor wat mooie foto’s. 

Onderaan bij Benijo genieten we van de blauwe oceaan en de golven die tegen de zwarte rotsen aanslaan. Restaurantjes genoeg, dus we zoeken er 1 met uitzicht om even wat te drinken. Laat ontbeten, dus nog te vroeg voor lunch. 

Daarna rijden we we terug omhoog om de andere kant van de berg naar beneden te slingeren naar San Andres aan de oostkant van het eiland. Ze beloofden het mooiste strand van het eiland: playa de las Teresitas. Nu zijn we niet van die strandmensen, maar het verhaal erachter was wel leuk. Santa Cruz wilde graag een strand vlak bij de stad, dus kochten het strand bij San Andres om in de jaren ’70 vervolgens vele scheepsladingen sahara zand uit Marocco te laten overkomen om de rotsen aldaar te vervangen door heus geel strandzand. Op een maandag niet al te veel badgasten voor dit hele lange strand. In San Andres wilden we wel even een hapje eten, voor mij lekker chipirones fritas en voor Bart kip. 

Laatste stop van de dag: Santa Cruz. In 1495 kwamen de Spanjaarden hier de boel veroveren op de aboriginals die hier woonden en ze planten hier een kruis om de grond op te eisen. Zo kreeg de hoofdstad van het eiland zijn naam. In de 16e eeuw werd aan deze kust een heus bolwerk aan vestingwerken aangelegd om de kust tegen piraten te beschermen.

De meeste burchten zijn al verdwenen, aan het begin van de vorige eeuw had het stadsbestuur de laatste resten van het kasteel zelfs laten verdwijnen onder een groot plein: Plaza España. Gelukkig zijn de resten daarvan weer blootgelegd en via een trap op het plein kun je nu onder grond kijken naar de muren en een aantal gevonden kanonnen. De Spanjaarden hebben dit eiland op verschillende momenten in de 16e, 17e en 18e moeten verdedigen tegen Engelse en Franse legers. Maar altijd succesvol, wie een goed fort bouwt, plukt daar de vruchten van. 

Een korte stadwandeling gemaakt door het centrum: oude straten met moderne winkels, een ijsje gegeten op een bankje op het Plaza del Príncipe Asturias met z’n beroemde bronzen sardine en een mooi voorbeeld van een drakenboom, langs de Barranco de Santos rivier (waar geen water in stond, dus mag het dan nog rivier heten?) en de Mercado Nostra Señora de África – vroeger de vismarkt, nu nog steeds een markt met kleine kraampjes, maar helaas alleen open tot 2 uur ‘s middags. 

Terug naar het appartement via de TF-1, even benen omhoog met een drankje op het balkon. Horloge stond nog op Nederlandse tijd, dus ik dacht dat het al te laat was voor het zwembad (gaat om 6 uur dicht), domdomdom, toch beter op m’n iPhone kunnen kijken. Morgenochtend het maar inhalen. Een wandeling naar los Abrigos in het laatste uurtje avondlicht is ook niet verkeerd. En zo komen we toch nog aan de 17.000 stappen vandaag. 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *